Maranatha - pagina 23
rede ter inleiding van de deputaten-vergadering gehouden te Utrecht op 12 Mei 1891
23 gezegend, en met veelheid van genade als overdropen, vaderland, de Laat varen toorn van Hem, die op de wolken komt, zal ontbranden. alle kleinzielige
dan toch
berekening.
Doet
uit
uw midden weg
al
stembus verdeelen wat, om bijoorzaak, Gods volk in den lande bij de Betoont u op de hoogte uwer heilige roeping te zijn. Weet zou.
wat ge
wilt
en gaat op dat welgekozen doel af in vast aaneengesloten
;
maar vragende wat op negen Juni de uitslag zal maar wat de uitkomst bij het Mamnalha zal wezen; d. w. z. niet
n-elederen; zijn;
op onze erve in den volksgeest gekweekt en in ons Staatsde bestuur belichaamd zal blijken, als eens onze historie uit heeft, en oogst rijp op den akker zal staan, en de Hechter ook der natiën komt.
wat
er
het
Vergeet
den
omslaan van
het kenmerkende van dit tijdsgewricht
niet,
want zoo er
iets sociaal is,
Maar onverantwoordelijk
uw
onvergeeflijk
en
in
dat
in kunt
er
God
uw
mengen: de toen
aan,
God en aan uw vaderland
zedelijke
Eer
voor-
zijn, liet gij
zoo
gaan, alleen
kracht van een bindende, wijl uit
Voor onze vaderen brak óók eens zulk een het pleit gevoerd moest voor de vrijheid der
conscientie; en zij lieten het niet voorbijgaan.
gezeten.
uw
in
geestelijke traagheid en
dit
gevloeide, liefde.
oogenblik
is
u van God gegeven oogenblik voorbij Sociale streven niet datgene druppeldet, wat
ongelruiU
ge
dan
Dit nu
is het de Christeliike Religie.
zou dan ook voor
zonde
het
uit het individueele en intellectueele
volksgeest
drijven in een dorst naar het Sociale leven. deel;
is
Zij
hebben
liepen ze, onder Oranjes bezielende leiding,
niet stil
hun
tijd
verheffing van vooruit, en waagden goed en bloed voor de zedelijke hun vaderland; en nog dankt immers, mét ons volk, heel Europa, ja Amerika, aan de toen betoonde veerkracht het tijdperk onzer edelste
In
glorie.
schenen, boven alle dat
op
deze
erve
trouwe, ware toen de Heere op de wolken vervolk op aarde, zou toen het martelaarsgeslacht, in
zijn
bloed
bloeide,
zijn
volk, het volk des
Heeren, zijn geweest,
God
lof,
nog
staat de
Oranjeboom,
schaduw; betoont u dan ook
om
ons te overdekken met zijn
in de worsteling, die
nu aanbrak, aan de
vervreemd van hun veerkracht uwer vaderen niet ontzonken; niet slechts moed; niet ontaard aan hun heiligen ernst. Betoont u niet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's