Locus de Consummatione Saeculi - pagina 451
College-dictaat van een der studenten
119
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). verder
brengt.
de
hier
vraag
Wel ontwikkelt
niet tot eenig resultaat leiden,
Voor de geheele
lit.
waaraan de wereld fac.
we
de Gratia Specialis op
dat
dit is
nml.,
thans
dan kan
ze
iets heeft.
metterdaad niets
is
zij
zetten. Nog
is te
te
winnen
als
wijzen op het volgende,
de literarische faculteit geen rekening houdt met de Gratia
ivanneer
fac. eo ipso er toe
SjjecialiSj
dieselfde
al ivat er
van Gratia Specialis bestaat
De
maar
het fonneele denken,
zij
de philo8(yp}üe op speculatlG of empirie
Drvjft
niet.
lit.
te
komen moet en
er toe
vernietigen
en
te
gekomen is, om vermoorden.
literarische faculteit doet dat op drieërlei wijs:
het
gaan toepassen op de geschriften van Oude en Nieuwe Testament en men kan bij die critiek niet rusten, eer
alle
supranatureel
1 ^.
philologice door historische critiek te
element,
dat
zich
als inspiratie aanbiedt,
ontkend en in
mensch vernietigd is. 2'^. historice, omdat de lit. fac; dan in aanraking komt met feiten, nml. de ivonderen. De vraag is dan, neemt ge de wonderen in de historie op, ja of neen? De lit. fac. buiten de Gratia Specialis bestrijdt ze en kan niet rusten, eer ze ook de wonderen als zoodanig vernietigd heeft. 3". philosophice. De literarische faculteit ontvangt de philosophie als zich 't
besef van den
aangeboden voorstellingen omtrent den mensch, zonde en God. Hierbij is de vraag of de philosophie die elementen, die in de doctrina Christiana aangeboden worden, in haar kader kan opnemen zonder te rekenen met Gratia Specialis. Dit gaat niet, de philosophie moet ze dus louteren en onmiddellijk gevolg is, dat de de lit. fac. in haar philosophie de doctrina Christiana vermoordt, evenals in de historie de wonderen en in haar philologie de boeken van O. en N. Testament. Alle universiteiten, behalve de onze natuurlijk,
moeten
tot deze resultaten
komen. Bij tegenstelling volgt er nog een tweede iets uit, dat nml. de lit. fac. ook niet die positie kan innemen, die ze lang ingenomen heeft door te zeggen „dat zijn dingen van de theologische faculteit, daarmee bemoei ik me niet." 2**.
In de vorige eeuwen werd de historische critiek niet zoo sterk gedreven, evenmin de wonderenquaestie, er bestond ook nog een zekere eerbied voor de doctrina Christiana.
ons
niet
aan"
en
Men
geloofde die doctrina wel niet,
liet dit
maar
zei:
„dat gaat
jachtterrein aan de theologen over, die zelf
maar
moesten weten, wat ze deden.
Nu
toonen we, dat evenals neutraliteit niet bestaan kan ook de
om
Ut. fac.
in
nemen. Ze moet zich of antithetisch tegenover 't Woord stellen en dat vernietigen öf het in haar kader opnemen. Een derde is er niet. In haar historisch gedeelte moet de de
onmogelijkheid
verkeert
eene neutrale positie in
te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's