Locus de Consummatione Saeculi - pagina 274
College-dictaat van een der studenten
272 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). dat
soms den indruk maakt,
alsof het geen verandering ondergaan had: het
der nagelen in handen en voeten en het teeken van den speer in de zijde; Hij vraagt om eenige toespijs enz. En toch
teekenen
bezit
de
steek
met de
aan den anderen kant er is iets vreemds, want Maria Magdalena en de Emmaüsgangers herkennen hem niet aanstonds; doch tevens was er zoo weinig hemelsch aan zijn lichaam uitwendig, dat zij Hem aanzien voor den hovenier of voor een wandelaar. In de Openbaringen daarentegen is het nog wel eene menschelijke verschijning, zien we nog wel de menschelijke gedaante met handen, voeten enz., doch Hij wordt ons beschreven op eene wijze, niet vergelijkbaar met de gewone menschelijke verschijning, maar met een bovenaardschen glans en in hemelsche heerlijkheid. We hebben hier te doen met een verschil; dat eenigszins te vergelijken is met dat, hetwelk zich in de dierenwereld voordoet tusschen het mannetje en het wijfje b. v. tusschen den leeuw en de leeuwin. Of tusschen de pas
uitgekomen kiekens,
die
daar bijna zonder een merkbaar onderscheid naast
vederdos. Het is een verschil als den ruwen diamant en den geslepen steen, die in het heldere licht schittert. Een soortgelijk verschil is er tusschen Jezus, zooals Hij aan zijne jongeren verschijnt en den Christus, die in het visioen op Patmos aan Johannes wordt getoond. In verband hiermede dient in het oog te worden gehouden, dat van eene dergelijke uitstraling van dó^a reeds meer sprake was in de Heilige Schrift elkaar loopen dat
en
de vogels in hun vollen
tusschen
en wel: l*'.
bij
kwam,
Mozes, wiens aangezicht blonk, toen hij van den berg Horeb nederhij het gelaat met een doek moest bedekken.
zoodat
2". Veel sterker nog in de verheerlijking op Thahor, waar de Christus eene machtige metamorphose onderging, die hieruit te verklaren is, dat Jezus niet voor den dood bestemd was, niet behoefde te sterven. Hij ondergaat die metamorphose zonder te sterven en daarna treedt Hij weer vrijwillig in de vernedering terug om ter wille van ons die heerlijkheid weer af te leggen en door een weg van lijden en dood ze voor ons te verwerven. Er wordt ons
hiervan
eene
beschrijving gegeven, die strookt
aan een Manóach, aan
de
met de engelenverschijningen
herders in de velden van Efratha,
bij
het ledige
graf enz.
Zoo ook strekt in de Openbaringen alles om ons een besef te geven van hooge heerlijkheid en majesteit, die doorstraalde en doorbrak; de pracht schuilt erin, maar blijft er nog in verborgen. Iets straalt ervan door. En op den Thabor blonk de heerlijkheid zoozeer op Jezus' gelaat, dat ze zijne klee-
die
deren overdekte.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's