Locus de Consummatione Saeculi - pagina 10

College-dictaat

nu naast de wijl

die

tegenstelling,

natuur zich leent

Van

eiBn

der studenten (Dogmatiek).

God en Satan, ook

om

die krijgt

van „Goden natuur", zijn. Zij blijft wel

draagster van het booze te

maar aan dat schepsel Gods wordt een booze kwaliteit geleend. Hierdoor wordt de noodzakelijkheid geboreU; om door een daad van Gods almacht die natuur te verlossen van dat inklevende booze. Zoo komt bij het

schepsel GodS;

der natuur het rcgnum gratiae. Dat heeft nu hetzelfde doel als 't streven van Satans rijk, n.l. om in het reëele van het leven der natuur in te gaan. Vandaar de wonderen, de vleeschwording des Woords, de wedergeboorte, de sacramenten, de wederopstanding des vleesches — altijd een ingaan in die natuur. Zoo ontstaan al die tegenstellingen: „God en niet-God, Creator en schepsel, God en Satan, God en de natuur, de natuur en de gratia — alle terug te leiden tot, neerkomend op deze ééne: God en niet-God. Hierin ligt heel de beweegkracht der gansche Dogmatiek. En daarom moet nu in dezen

rijk

laatsten locus de 't

rïlog

gaat. zijner

triumf,

dit zijn: dat

God moet

in

't

besluit, het slot, de synthese, de eind-harmonie,

de poging al

Souvereiniteit

opgenomen, maar ook

zijn

openbaren. alle

om

't

niet-God zelfstandig te poneeren onder-

schepsel volkomen de majesteit zijner Godheid,

Daarom moeten

onder die ééne

lijn

niet alleen al de

worden gebracht.

problemen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen