Locus de Consummatione Saeculi - pagina 305
College-dictaat van een der studenten
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). Ezechiel
geoft
het tweede gedeelte zijner profetieën een apocalyptiscli
in
van den nieuw^en tempel, v\^aargebouwd op eene nieuwe aarde onder een
gezicht, dat de symbolische voorstelling bevat
omheen een nieuw Jeruzalem
is
nieuwen hemel. Eerst wordt die ^aivr] y>j gereed gemaakt, doch als zij klaar is, moet er nog leven in komen. Cap. 47 stelt ons voor, dat dit onvergankelijke leven wordt aangebracht. Uit die heilige plaats zullen twee stroomen vloeien (zie vs.
1,
die overal het leven
12),
9,
en onder de menschen; VS. 12: allerlei
vs.
7
brengen zullen onder de natuur
geeft b. v. het effect dier wateren, eveneens
plantsoen en spijsgeboomte zal aan de oevers voortkomen.
Doch nu meldt
vs.
dat die stroomen des levenden waters hunne ver-
11,
er zal een deel zijn, waar die d&avccaïa kan werken. Er zullen modderige plaatsen en moerassen zijn, die niet gezond zullen worden, maar tot zout zijn overgegeven. Zout is het teeken van den eeuwigen vloek. (Denk aan Jericho, dat daar-
frissching niet overal zullen brengen
;
door
niet
mede besprenkeld Dit
is
werd.)
het beeld van de
h'fivri.
levenwekkende kracht werkt dus hier
Die
werkt hun,
die in de
poel dien poel niet redt,
van verbranding
is,
juist ten verderve, die kracht verkeeren tot verderving, evenals het water in een maar verpest. En daar elk gistingsproces een proces
Xi(ivri
behooren dan ook Xïtivr] en nvg bij elkaar. „hel" eene bepaalde plaats te verstaan, of moeten
Hebben we nu onder
3,
we denken aan Deze kwestie
een toestand
kwam
?
weer aan de orde
bij
de weeropleving van het Rationa-
lisme sedert de tweede helft der vorige eeuw, dat
Hand.
1
25.
:
xbv xónov zov
elg
hier geen
staat geschreven
Dit i'diov.
Let vooral op dat
ambt kan bedoeld
2 Petr. 2
:
4
coll.
van
Judas
:
6.
van geen „ubi" wil weten.
'lovda?, o vt6g t^g aTiolsïag: èjtoQBvQr}
noQsv&ïjvai,
waaruit per se volgt, dat
zijn.
Op beide deze plaatsen wordt hetzelfde bedoeld, van de booze engelen wordt hier gezegd,
in Judas nader gedefinieerd, namelijk,
dat
een oUrjzr'iQiov hadden, d. i. eene bepaalde woonplaats en dat wel tó hetgeen alleen gezegd kan in tegenstelling met de verblijfplaats, waar nu zijn. Er volgt dus uit, dat ze in een ander oikï^t^qiov, eene andere zij
i'8i.ov,
zij
gekomen. nog maar alleen van de engelen, de daemonen. Waar dus sprake is van de verlorenen, die menschen zijn, wordt de noodzakelijkheid om aan een zónog, een bepaalde p)laats te denken nog veel sterker. Immers de KyysXoi zijn geesten; maar de verloren personen staan op uit de dooden en zullen als zoodanig eeuwig bestaan, d. i. als menschen, naar ziel en naar lichaam, en dit vereischt natuurlijk een xónog voor hun verblijf. woonplaats Maar,
dit
zijn terecht
geldt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's