Locus de Consummatione Saeculi - pagina 397
College-dictaat van een der studenten
65 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). eigen liolheid en leegheid staan, zonder
zijn
zicli
wederkeerig met elkanders
schat te verrijken.
Ware de Gratia Communis niet tusschenbeide getreden om op het consorhominum in te werken, er zou geen consortium gekomen zijn, noch
tium
menschelijke ontwikkeling, noch historie, nog eenig doel van het menschelijk geslacht te ontdekken zijn geweest.
De
negatieve
•
en positieve werkingen der Gratia
Communis
in consortium ho-
minimi. I. God de Heere heeft in het menschelijk hart een zekere natuurlijke liefde overgelaten. Er bestaat toch onder menschen, die geen hooger beginsel gemeen hebben, een hooger beginsel van liefde. Iemand, die in 't water ligt, zal men trachten te redden. Dit begrip gaat wel niet diep, maar 't is toch aanwezig. Die natuurlijke liefde uit zich in gradatiën, b. v. de liefde van een moeder tot haar kind, die meer praegnant is en niet hoog staat, immers het kind kan die liefde als speelpop inboezemen. Bij de dieren vinden we dit even sterk, zelfs nog met een verschil; want waar moeders haar kind soms vermoorden, treft men dit bij de moeders der dieren bijna nooit aan. Ook al stellen vaak dichters de moederliefde hoog voor, op zich zelf is ze niets dan instinctieve liefde, niet hooger staand dan bij de dieren, en staat ze eerst hoog,
als ze geheiligd wordt.
•De natuurlijke liefde is eene stuiting.
Het prediken, dat de menschen elkander Een persoon, dien men Zegt men, de zonde is haat, dan werpt
haten, breekt het geloof af en bevordert het ongeloof. uit
levensgevaar redt, haat
men
niet.
van Gratia Communis een duidelijk licht op de zonde. De doorwerking van het ideëele wezen der zonde heeft God door Gratia Communis gestuit en een soort menschenliefde, philanthropie, daarvoor in de plaats gesteld. Aan de haat in de verdorven natuur des menschen werd een frenum de
alleen
prediking
aangelegd.
Door de natuurlijke liefde is door God een algemeene grond gelegd voor toekomst; doch dit was niet genoeg. Er moest bijkomen de groote daad Gods in eeu
II.
de instelling van het Overheidsgezag. 't verband stippen we hier slechts aan:
Voor 1".
dat buiten de zonde
om
de Overheid er niet zijn zou.
Buiten de zonde
toch zou er geen storing in de organische samenwerking van het menschelijk geslacht hebben plaats gehad.
Alleen aan een gebroken been wordt een verband aangebracht; zoo staat het met de Overheid ook. 2". Buiten de zonde om, zou het menschdom één zijn gebleven en geen sprake zijn van staten, rijken en koningen, evenals in den hemel nooit sprake
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's