Locus de Consummatione Saeculi - pagina 157

155

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

wachte en ongezochte wijze dat zeer kleine, overblijvende deel weer tot één groot volk te maken, door het kinderen te geven van buiten af, uit de heidenen. Verstaat de Schrift nu onder Israël het vleeschelvjke Israël of het volk 9. Gods van alle eeuwen ? Zeg ik het laatste, dan treedt daardoor het vleeschelijke Israël geheel eigen aardig op als een symbolisch volk, dat daarom Israël heet, omdat het afspiegelt en afbeeldt het geestelijke Israël, dat van het paradijs af tot aan het einde der wereld bestaan heeft, nog bestaat en bestaan zal. Alle Chiliasten sluiten het oog voor deze symbolische beteekenis van Israël. Bij het scheuren van het voorhangsel is Israëls beteekenis als zoodanig geëindigd; het staat dan met alle volken op één lijn. Wat er nog van de Joden overig is, staat met alle andere volken gelijk, ook tegenover den Christus. -

Dat

is

Gereformeerd.

De geheele kerk draagt den naam leend

is

„geestelijk Israël",

aan het symbool, evenals Christus heet

.,het

omdat

Lam

naam

die

ont-

Gods."

Het lam werd onder Israël jeëel geslacht. Het is precies hetzelfde. De kerke Gods bestaat tot het einde der eeuwen; maar werd een tijd lang door symbolisch afgebeeld evenals het lam, dat onder Israël geslacht werd, den dood van den Christus afbeeldde. Dit is ook de leer der Schrift. De Chiliast zegt: Israël heeft geen symbolische, maar reëele beteekenis. Israël

;

Daarom lijke

Israël

blijft

een exceptioneel

volk des Heeren en dat

is

volk.

Het

is

en

blijft

reëel het eigen-

de christeüjke kerk niet.

Rom. 4 10—12. Paulus zegt het hier zoo beslist mogelijk. Het Nieuwe Testament moet de ware uitlegging geven van het O. T. De uitlegging van het Oude Testament moet dus overeenstemmen met die van Paulus en met die van heel het Nieuwe Testament. Paulus dan stelt hier eene feitelijke, principieele kwestie. Hij had gezegd „Abraham geloofde in God en het werd hem gerekend tot gerechtigheid (vs. 3 een citaat uit G^n. 15 6). Was dit nu na of vóór de besnijdenis ? (volgens :

:

de

rechtvaai'digd

woorden

als

komt het

heil uit de besnijdenis).

vóór de bcsnvjdenis iv ccKQo§vaxiu.

van

vs.

11

maken alles Abraham is

uit:

En waarom

sig zó

Abraham

dit?

is

ge-

De volgende

üvai avthv naxiqu

nccvzcov

tav

Van wie? Volgens Chiliasten: van alle Joden; en ik kan er wel bij komen, maar dan hoogstens een aangenomen kind. Doch Paulus plaatst de heidenen voorop. Niet Abraham

niarevóvrav

de

opvatting

Chiliastische

ól

d^Qo^vaTiag.

gesteld tot een

Trarrjp.

:

de Ttar^Q van de besnedenen en dan ook nog van die gelooven zullen, nog in de voorhuid zijnde neen, allereerst een vader van hen, die uit de heidenen gelooven. is

;

En waarom dezen voorop? Dat moest volgens vs. 10, n.l. om dat het geloof Abraham werd gerekend tot gerechtigheid, toen hij nog in de voorhuid was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen