GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor een distel een mirt - pagina 181

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor een distel een mirt - pagina 181

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

161

SPREKEN, NIET ZWIJGEN.

Op innigheid, op innige warmte van overtuiging, en dus op de vonk des geloofs in uw hart komt het juist aan. Juist het gemis aan die innigheid en die warmte brengt zoo veler schijnreligie in opspraak. En het is hoeveel rijker en heerlijker de macht niet te zeggen van Christus op aarde door zou breken als dat «ver,

,

borgen vuur

in

meer gloeide

de beenderen", waar Jeremia van spreekt,

bij

wie

Hem

belijden.

een zaak van het hart en wie in zijn religie veel naar de menschen en weinig naar zijn God vraagt, loopt wel mee met de schare, maar bezit geen Godsdienst

is

,

Omdat het hem zelf donker in de kan hij geen licht voor de menschen doen schijnen. En omdat er niets dan asch en sintels in den haard van zijn gemoed liggen kan hij u noch koesteren noch verwarmen. Al die schijn-godsdienst nu stuit u tegen de borst, en wezenlijk eerbied voor iemands religie hebt ge dan eerst, als het iemand is, die met een vonk van heilige geestdrift in het oog betuigen kan: //Ik geloofde, daarom kracht.

geestelijke ziel

blijft,

,

!"

sprak ik

Geen wonder dus, dat ge, vooral in de aannemingsweken, als er zoo honderden te hoop loopen om //be,

lijdenis"

wier

te

doen

,

in

wier

hart enkel de wereld

,

in

gemoed

enkel het eigen ik heerscht, u pijnlijk voelt getroffen door die ontstentenis van innigheid dat ge koud wordt aangedaan door al dat machinale en uitwendige, en daarbij innerlijk onware; en dat ge, op "weg om met die honderden mee te belijden in een vroom oogenblik liever terug zoudt keeren en denkt //Neen zoo niet. Godsdieiist moet een zaak des harten blijven. Voor mijn God wil ik belijden maar voor de ,

,

,

,

menschen

niet.''

In zulk zeggen nu spreekt wel terdege óók een edeler trek

van uw hart, maar toch die u dat

de menschen''' influistert

is

/fniet

voor

Satan.

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's

Voor een distel een mirt - pagina 181

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's