De verflauwing der grenzen - pagina 79

11 SCHULER.

52)

O.

De naam

71.

p.

1.

ook de nu pas overleden Renan

De bekende

53)

het

hij

en

is;

en

theïst was. Cf. o.

81

p.

1.

Dr.

en vooral JascHE,

maken of de

komen

o.

p. 9

1.

;

o.

1.

Zie ook

p. 61.

52—107. Vandaar

p.

men

Maret,

o.

nooit inductief

dat Spinoza pan-

zelfs

p. 29;

1.

Hodge, System^ Theolog}\ Londen

Dr.

1878.

tevens de moeielijkheid,

Maver,

I. p.

om

299

waren.

pantheïstisch

indeeling

Cf. Dr.

Chantepie de la Saussaye,

op mijn weg, hierop

in te

voce en Romang,

in

Ook

p. 275.

I.

an het Pantheïsme nog verre van

\

Herzog, Real Ene. der Theol.

o.

1.

staat de sche-

Zie B. Ulrici in

vast.

p. 26.

Het

lag niet

gaan, daar niet het Pantheïsme, maar de Verflau-

wing der grenzen mijn onderwerp

is,

door mij de nota characteristica van

en

juist in het uitwisschen der

grenzen

Pantheïsme gezien wordt.

alle

Dat de wezenlijk onderscheidende karaktertrek van het Pantheïsme

54)

dan

in niets anders

Ook

opinie.

de uitwissching der grenzen schuilt,

in

Dr. Schmidt,

o.

1.

p.

is

Vorhandensein Verschiedenheit

Natur der Dinge

in der

man immer

welchen

will,

mijn

ist

die welche das

Gegensaizes oder Dualismus., einer absoluien

absohiien

eities

niet alleen

62, zegt: »Diejenige Ansicht nuii, von der

wir reden, und deren Bestreitung wir uns vorgesetzt haben,

Der Gegensatz mag

langnel.

sein,

Gott und Welt, zwischen Sein und

der zwischen

Denken, Idealem und Realem, Geist und Materie, Ich und Nicht-Ich, Subjekt

und

Objekt,

u.

welche

geben,

behaupten,

machten, »/«

ihren

s.

w.

so hat es in Beziehung auf einen jeden Ansichten ge-

;

denselben

dasz

jede

für

beiden

und wenn auch

auch wohl, wie

p.

1858.

55)

man

9 en 21;

nicht für absolut erklarten

Entgegengesetzten

in der

eine

Erscheinung und auszerlich getrennt, doch Solche Ansichten kann

seien.

Art derselben

in

Einleitting

Namen

unserer

Cf General Sketch of

Froschhammer,

und

;

doch nur eine Einheit aus-

Zeit

Pantli.

in

die

man

der All-Eins- Lehre,

II.

genannt hat, der p.

280; Schuler,

Philosophie.,

Munchen

p 417. Het geroep

menschen, het en de

rela/h\

Rechte durch den allgemeinen

Identitatslehre bezeichnen." 1.

blosz

Grimde mid Wesen" nur Eins

unstreitig mit vollem

o.

;

uit te

godsdienstige voorstellingen der oude Egyptenaren, Babyloniërs

Lehrbuch der Religioiisf^esdikhte. Freib. 1887. matische

moeilijkheid van een

dat

is,

Herder ontkende

kan.

Schmidt,

S.

I.

metterdaad

enz.,

De

Kraus.

J.

773-

p.

dat bijna geen enkel pantheïst weten wil, dat

1.

zoo principieel onbegrensd

begrip

ScHULE,

;

C.

waar

voorstelling,

dat het Pantheïsme, krachtens zijn natuur, zoovele variatiën

2.

als

een begripsbepaling

tot

natuurlijk een zin-

is

Revue des deux mondes 1863.

in deelde. Zie

uitdrukking van

definitie schuilt in tweeërlei:

toelaat,

Fortschritts-gott

ïwordenden" God van het Pantheïsme; een

speling op den

uit dit

om

sgelijkheid'',

geestelijk

zoowel

waar

feitelijk in

als het lichamelijk

geroep voortkomende neiging

de natuur en ook onder

bestaan geheel ongelijk

tot nivelleer ing.^

was

in de

is,

Fransche

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen