E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 379
Derde deel
ZOND.
XXXII. HOOFDSTUK
daad der wedergeboorte
tot stand. Slechts treedt hier dit verschil in dat de
wordt
onderscheiden
de inplanting van het nieuwe leven, en het tot
brengen van het leven dat aldus ingeplant werd. Spreekt nu
ontplooiing
de
in
381
VIII.
Catechismus van deze „vernieuwing naar het Beeld des Zoons," dan
doelt hij hierbij op dat
werk der wedergeboorte
in zijn beide stadiën
van
inplanting en ontplooiing des nieuwen levens; wat wij gemeenlijk noemen: wedergeboorte en heiligmaking. Op Golgotha heeft hij ons gekocht en vrijgemaakt, maar nu komt hij ook persoonlijk tot een iegelijk van
om hun
zijn verlosten,
te zijner tijd,
door zijnen Heiligen Geest, de kiem
des levens in te planten, en door de gestadige bedauwing met zyn en Heiligen
Geest deze
kiem
tot
steeds
ontwikkeling
rijpere
te
brengen.
En
vrucht nu van deze inplanting en gestadige ontplooiing des nieuwen levens in
ons
dat de wil in ons als ware het omgebogen, het doode ik
is,
met
veerkracht opgericht worde, en dat dit levendgemaakte in ons alsnu, met
en door dezen overgebogen sitie
wil,
toonen kan, of het
van dankbaarheid tegenover
zijn
God
al
dan
niet in een po-
staat.
ACHTSTE HOOFDSTUK. Ik bid u
Gods, dat heilige
uw
dan, broeders! gij
uwe lichamen
door
de ontfermingen
stelt tot
eene levende,
en Gode welbehaaglijke offerande,
Rom.
onzen Catechismus
Er staat in
niet,
12:
minder nauwkeurige uitgaven, vooral
in uitgaven, die uit
weldaden bewijzen." Twee lezingen, aan heeft;
iets
terwijl
het zoo ge
„ii
zelven
waar
dankbaar
Ook
in
den
eersten
Zondag was daarom
Catechismus opgegeven: „hoe baar
zijn.'"
Al
is
er
dus
ik
als derde stuk
zijn
te be-
toonen hebt", niet op de daad aankomt, maar op de gesteldheid van hart.
uit-
die aanmerkelijk verschillen.
toch „dankbaarheid bewijst", moet iets doen of verrichten,
weldoener
den
„opdat wij ons met ons gansche leven Gode dankbaar voor
gaven staat:
Wie
1.
Zoo vindt ge het wel reeds
Arminiaanschen hoek kwamen; maar in de oorspronkelijke en goede
zijne
is
dat wij Gode ons gansche leven
dankbaarheid voor zijne weldaden bewijzen. vroeg in
welke
redelijke godsdienst.
uw
van den
Gode voor zulk een verlossing zoXdank-
op zich zelf niets tegen,
„Ellende, Verlossing en Dankbaarheid", toch vergete
om men
te
spreken van
hierbij nooit, dat
-^
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's