E voto Dordraceno - pagina 189
ZONDAG
HOOFDSTUK
VIII.
177
VI.
met het onderscheid tusschen moraal en ethiek. Beide deze woorden toch Maar met dit verschil, dat moraal afgeleid is van het Latijnsche woord mores, en ethiek van het Grieksche woord ethos. beteekenen zedekunde.
Toch
is
het niet geheel toevallig,
dat
men beide malen om
het meer
geliefkoosde stelsel aan te duiden het Grieksche woord koos. Vergelijkt
men
toch de levensopvatting der Romeinsche met die der Grieksche wereld,
dan springt het
in
het oog, hoe in de
Romeinsche wereld,
concrete recht beheerscht wierd, de wel klaarder
maar
die door het
ook oppernog een Fransch of Engelsch schrijver veel klaarder en helderder, maar ook oppervlakkiger pleegt te zijn dan zijn Duitsche nabuur. En zoo nu was de Griek oudtijds wat de Duitscher nu is; meer de man van de afgetrokkene gedachte en van de wijsgeerige diepte. Gevolg hiervan nu was, dat de moraal onder den overwegenden invloed van den Romeinschen geest te vormelijk en uitwendig was genomen; en dat onze Duitsche V ermittelungstheologen, om uitdrukking te geven aan hun meerdere diepte van onderzoek, den naam van moraal voorgoed met dien van ethiek verwisselden; daarmee overgaande op de Grieksche en volstrekt niet op de Christelijke en Schriftuurlijke lijn. En geheel ditzelfde nu is ook met dit Deïstisch en Theïstisch gebeurd. De naam van Déisme was in Engeland opgekomen; al vond men de droeve zaak natuurlijk in alle landen van Europa, en in elk hart en huisgezin, dat er een „God voor het geval van nood" op nahield, maar voorts zijn God vergat en niet met Hem rekende. En het was in protest tegen deze ondiepe en oppervlakkige en uitwendige opvatting van het Wezen en het werken Gods, dat men onder Duitsche theologen toen van Theïsvlakkiger zin tot uitdrukking
tisch
niet
Godsbegrip begon op de Christelijke
te
kwam; ongeveer
maar
tot
zooals ook nu
spreken; ook hiermee
overgaande,
volstrekt
en Schriftuurlijke, maar op de Grieksche
Grieksche diepzinniger wijsbegeerte heid,
tegelijk
is
de volheid en de heerlijkheid van den levenden
men hiermee
lijn.
ingeruild voor Latijnsche plat-
God
der
nog niet door. Niemand late zich dus door het thans zoo gangbare en veelgeloofde, maar nietszeggende en hoogst gevaarlijke spreken van een Theïstisch Godsbegrip" is iets Godsbegrip verleiden. Reeds het spreken van een waar heel de Heilige Schrift tegen opkomt, en wat op Christelijk terrein nooit mag toegelaten. Een „begrip" heeft men alleen van wat men „beHeilige Schrift drong
volstrekt
,,
grijpt"; en begrijpen kan men alleen wat men doorzien heeft en als voorwerp van onderzoek heeft onderzocht. Bestond er dus een wetenschap die „God" tot voorwerp van onderzoek had, gelijk er wetenschappen zijn, die tot voorwerp van onderzoek den
E
Voto
I
12
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's