E voto Dordraceno - pagina 248

ZONDAG

236

bij

de

lelie.

HOOFDSTUK

X.

IV.

Lucht, dauw, zon en wat ge meer wilt, goed, dit waren de

instrumenten,

maar wie

is

resultaat teweegbracht? en die elke lelie

het nu, die met deze instrumenten dit prachtig

op die diepere vraag nu antwoordt Jezus:

Hij,

en bloem op het veld nog heden aldus formeert, en elk

is God, God de Heere almogende en alomtegenwoordige kracht. En daarom, aanzie de vogelen des hemels, dat ze noch zaaien noch maaien noch verzamelen in de schuren en nochtans voedt ze uw Vader die in de hemelen is. Of ook, aanmerk de leliën des velds, hoe zij wassen, zij arbeiden niet en ze spinnen niet, en toch zeg ik u, dat ook Salomo in al zijn heerlijkheid niet is bekleed geweest gelijk een van deze. Ja, zelfs het gras des velds, dat nog veel nietiger is, zie, hoe het ook daarbij uw Vader in de hemelen is, die het met zijn groen gewaad bekleedt! En deze zelfde toon nu is de doorgaande toon der Heilige Schrift. Wat Jezus zoo roerend schoon van de leliën sprak, zong in gelijken zin reeds de Psalmist, toen hij van de visschen en alle dieren jubelde: „Zij alle wachten op U, dat Gij hun spijze geeft te rechter tijd. Geeft Gij ze hun, ze vergaderen ze; doet Gij uw hand open, ze worden met goed verzadigd; maar ook, neemt Gij hun adem weg, zoo sterven zij en keeren weder tot hun stof" (Psalm CIV 27 v.v.). Als er een vogelke of vischje uitkomt, dan ,,zond God zijn adem uit en ze wierden geschapen"; neemt God dien weer weg, dan sterven ze, en daarom valt er geen muschje op de aarde zonder den wil uws hemelschen Vaders. Hij is het en niet een

vogelke aan den hemel nog heden aldus voedt, dat

met

zijn

:

„natuurkracht", die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat

heen wandelen. Hij drenkt de bergen

het

gebergte

Hij

doet het gras uitspruiten voor de beesten en het kruid

uit

zijn

tusschen

zij

opperzalen. tot

dienst

der menschen. Hij doet het brood

uit

de duisternis en het wordt nacht.

„De jonge leeuwen gaan uit om hun 10 26). Het is God die zomer en

spijs

van God

te

zoeken" (Ps. CIV

winter formeert (Ps.

sneeuwen zeer snel.

zal,

Hij

LXXIV

:

:

de aarde voortkomen. Hij beschikt

—

17). Hij geeft het vette der tarwe. Als het

„zendt Hij zijn bevel op aarde, en dan loopt geeft

sneeuw

als

stremt de stroomen, en werpt zijn

wol en ijs

strooit

den rijm

als stukken."

En

zijn

als

woord

asch.

zal het

Hij

dan weer

dooien dan „zendt Hij weer zijn woord en doet ze smelten. Hij doet zijn 14 wind waaien en zie, de wateren vloeien heen" (Ps. CXLVII 18). „Als er een woord uit zijn mond uitgaat, keert het niet ledig weder, maar doet wat God sprak, en de regen en de sneeuw dalen neder uit den hemel en doorvochtigen" .naar goddelijken last „de aarde en er spruit zaad op voor :

—

den zaaier, en brood voor den eter" (Jes. LV 9, 10). De Heere heeft niet alleen gewerkt, maar werkt nu nog aldoor alle ding naar den raad zijns :

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen