E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 401

ZOND. XXXIII. HOOFDSTUK L

Zondagsafdeeling van toch

is

de

van

afsterving

gezette

den"

dat

duidelijk,

begonnen en straks ten einde toe door-

ouden en de opstanding van den nieuwen

eigenlijk gezegde

evenzoo de Wedergeboorte,

making

Catechismus waaraan we thans toe zyn. Het eerst

den

mensch, niet alleen de

403

die

Bekeering in zich bevat, maar

aan de Bekeering voorafgaat

^

als de heilig-

kan men dus zeggen, dat én

die op de bekeering volgt. Feitelijk

het woord Wedergeboorte én het woord Bekeering in onze Formulieren van •eenigheid, door elkander, voor dezelfde zaak gebezigd

inet dien verstande dat beide

van

de zaak zelve als

te

uit te

drukken wat

dat ze den leervorm, waarin ze opgevoed waren, niet

Ursiniis'

de

tio, :

namen

resinissejctia,

vijf

benamingen,

:

De

renovatio, de regenera-

of liever

de Boete ook

bij

/

de conversio en de poenitentia of in onze taal overge-

Ursinus er dan rekenschap van geeft

woord Poenitentia of Boete varen

ren gaan; bij

waar de

de vernieuwing, de ivedergeboorte, het berouw, de bekeering en de

Verbrijzeling, hij,

II p. 211,

voor dezelfde zaak. T. w.

Na welke opsomming liet

kan men

niet geheel wilden loslaten,

Schatboek Ed. 1736

de kerkvaders als gelijkluidend voorkomen, naast elkander worden

geplaatst, als

zet

er de

verklaren,

in

•die bij

wat

er de wortel en

dat nu dit eenigszins verwarde gebruik metterdaad daar-

is.

konden overnemen, en toch ook •zien

ter aanduiding

En

vrucht van uit

om

worden; en dat wel

woorden voorkomen zóówel

laat,

waarom

en er de Resipiscentia

nog Bekeering, voor

in plaats stelt,

boete.

d.

hij

i.

de

omdat, zegt

diegenen voorkomt, die toch als Ezau en Judas verlo-

maar de echte

Verbrijzeling of de Bekeering alleen denkbaar

^

is

de kinderen G-ods.

TWEEDE HOOFDSTUK. Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, heid,

maar naar

zijne

barmhartig-

door het bad der wedergeboorte en vernieu-

wing des Heiligen Geestes. Titus 3:

Ge kunt

bij

de overdenking van

in het leven, op tweeërlei wijs te

menschen vernieuwing

5.

uit

den dood

werk gaan. Ge kunt namelijk

of van de

's

vrucht tot de plant, en zoo tot den wortel en de kiem afdalen, öfookget

kunt van

die

men. Onder

kiem uitgaan en vandaar het volk doet

men meest

tot de plant en de vrucht opklim-

het eerste,

terwijl

omgekeerd de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen