E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 369
Derde deel
XXXIL HOOFDSTUK
ZOND.
van Johannes
uiterst
leerzaam.
Deze Openbaring gunt ons telkens een
wordt
in dat reine en godzalige leven, dat doorleefd
blik
371
VI.
in de
hemelen
En wat merkt ge nu in dit hemelsche leven? Immers dat het loven van den naam des Heeren in dit leven des hemels voor creatuur geen bijzaak, maar hoofdzaak is. Ge leest óók van daden.
voor Gods troon. dit,
alle
De engelen Gods gaan gedurig bevel
zijn
uit
en
voeren,
te
uit,
bij
om
in
gehoorzaamheid aan
7^
zijn wil,
de eindcatastrophe strijden al Michaëls
engelen met den Leeuw uit Juda's stam tegen Satan en
zijn trawanten.../''
•Maar toch leest ge onvergelijkelijk meer van dien geheel anderen arbeid •en dienst,
dien ze uitrichten, als ze in Halleluja's uitbreken,
voor den
troon
troon
uitjubelen,
en
prijs
en eere geven aan
en het Lam. Ge vindt daar de vier Dieren
zit
bijnen, de dragers
van Gods almachtigheid,
van Gods raad of Gods toorn, meest het
Op hen
die
bij
eerst
d.
hun lofzangen
Hem
w.
de vier Cheru-
z.
stemme
een
als
die
een
die in
hun
En dan
breede rijen het Halleluja door alle hemelen doen dreunen.
komt
veler wateren óf het
"^
den lofpsalm aanheffen.
dan gemeenlijk de vier en twintig ouderlingen,
volgen
op den
elke nieuwe openbaring
weerklank geven op het Cherubijnenlied. Dan volgen engelen,
lijk
die
Amen
einde-
óf het nagezongen
van die schare die niemand tellen kan, en van de martelaren hun bloed hebben vergoten voor den Naam des Heeren Jezus. Alles in den hemel jubel en lof, prijs en aanbidding; en geen oogenblik komt
Halleluja die is
u de gedachte op, dat die creaturen in de zaligheid slechts „een versje
bij
zingen,"
om
gezongen
te
hebben,
maar ge
gevoelt en tast, dat dit lofzin-
gen voor Gods troon hun een levensbehoefte, hun geworden.
is
in zijn
tweede natuur
tot een
Zonder die muziek van creatuurlijke lippen zou de hemel
doodsche
stilte
De muziek, de zang,
u geen hemel is
niet
uw
zijn.
vinding. Gij hebt ze niet voortgebracht,
maar God zelf had er lust in, deze wereld der tonen uit niet tot aanzijn te roepen. Ook heel die wereld van klanken, van tonen, van melodieën en stemmen is zijn Schepping. En hoe kan het dan anders, of ook die schepping
riep
Hij
tot
aanzijn,
tonenwereld verheerlijkt
Dringt •dit
men nu
Hem
dieper door on vraagt men,
en prijzen van
loven
omdat het
beliefde
om
door en in die
te zijn.
zijn "N"aam zulk
waarom God
de Heere aan
een waarde hecht, terwijl wij
toch gemeenlijk aan betoon van dank in daden hooger beteekenis toekennen, dan
is
ook hiervan de oorzaak en beweegreden
toch moet daaruit verklaard, dat Hij is
altoos
iets
behoevende,
of
licht in te zien. Dit
God en geen creatuur
is.
Een creatuur
kan althans door eenige gave nog altoos
verrijkt worden. Zelfs de rijkste millionair
kan nog meer
bezitten,
want
"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's