E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 612
Derde deel
37 614
van den Eed
heilig karakter
ren
XXXVI. HOOFDSTUK
ZOND.
noemen, maar
te
hemel,
de
bij
aarde,
ontkomen, door niet den
te
zweren
te
Van
enz.
V.
den tempel,
bij
Xaam
Jeruzalem,
bij
neen neen
naam
en
en
niet,"
maar
al
zweren zoudt voor
/
en
dit
is,
misbruikt
zulk zweren
uw
elkander,
Van
zulk zweren
om
eigen belang of
„Zweert
uw
ja ja,
uzelfs wille,
daarmee
is
niet
maar
Een Eed dien ge
ganschelijk verboden.
is
uit:
uw
den booze, omdat ge alzoo Gods
is uit
ijdellijk.
natuurlijk heel iets anders,
is
kwaad.
is altoos
nog geen woord
is
om
gezegd over dat heel ander soort van eedziveren, als het geschiedt niet
om
uwentwil, maar past
om ^
uw omgang met
in
wat daarboven
zijn; al
zijn heiligheid
dit of dat,
Maar,
laat
den
bij
dat zweren nu sprekende, en tegen dat
soorteeden ingaande, spreekt Jezus het zoo volstrekt mogelijk ganschelijk
des Hee-
en
En zoo
er
is
dan geen
strijd
meer,
maar
zweren
eerste soort
absolutelijk zegt: „Zweert ganschelijk niet," zonder eenige
dat
een
desniettemin zelf tot
hij
om Gods
eedzwering,
geen
opgeroepen,
wil,
andere soort van
heel
oogenblik aarzelt,
om
den
te doen.
Ge moet niet
Gods.
loille
volkomen op elkander, dat Jezus van dat
het
uzelfs wil,
exceptie;
Eed
den
Mennoniet of de Darbist u op Matth. V: 36 wijst
dus, als de
verlegen
alsof ge
staan,
met dat woord van Jezus geen weg weet.
Neen ge moet dat woord van Jezus zijn volle kracht gunnen en er naar handelen. Edoch tevens den Mennoniet en Darbist aantoonen, dat zijn verdoolde Zij
meening voor de
Heilige Schrift geen oogenblik
zelven zaten dan ook in verlegenheid, zoo dikwijls ze op Jezus voor
Cajaphas werden gewezen; en poogden dan aan eed
gezworen had. Doch wat
van eedzwering Bij
kan bestaan.
ons
bij
spreekt
Almachtig!" doch
is dit
bij
zelf de
Waar dus Cajaphas als den levenden God, dat
woorden
was geheel anders dan
(/ee^ï
uit:
bij
ons.
„Zoo waarlijk helpe mij God
Joden werd de eed voorgezegd,, en
de
Eed zwoer antwoordde
toonen, dat Jezus
anders dan een uitvlucht? De wijze
de toenmalige Joden
men
te
hij
die
den
niets arders dan: Gij hebt het gezegd of Amen.
Overheidspersoon, opstaat en zegt gij
ons zegt of
zijt
gij
:
„Ik bezweer u
bij
de Christus," en Jezus hier-
op niet zwijgt, maar aanstonds overluid antwoordt: „Gij hebt het gezegd," ilaar is
deze verklaring van Jezus in rechten een even stellige en beslis-
sende Eed, als de meest plechtige eed, die
bij
ons
in
rechten kan worden
afgelegd.
Doch
er
zweren, ook
is
Woord
meer. Indien Gods
waar het eigenbelang
gen van het geconstateerde
feit,
zoo moest opgevat dat alle eed-
geschiedt, zondig was,
dat
God
wat dan
zelf in de Schrift als
te zeg-
eedzwerende
wordt ingevoerd? En toch er staat in Psalm XCV: 11: „Daarom heb Ik
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's