GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 344

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 344

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND.

346

XXXII. HOOFDSTUK

ervaring, inzien, dat er in het

II.

Werkverbond een

uitdrijven naar Christus

maar dat het op zichzelf voor een zondaar niets dan den dood brengt. Daar is ze nu eigenlijk van af. Ze ging in het zoet van het Genadeverbond. En nu is ze voor niets zoo bang, als om nogmaals naar de enghartigheden van dat Werkverbond te worden teruggeleid. Naar dat "Werkverbond terug is van Christus weer afgaan. Het ware een prijsgeven en verzaken van de genade. En uit dien hoofde kant ze zich tegen al wat

moge

schuilen,

hiernaar zweemt, aan. Ze wil er niet van hooren en niet van weten.

En

nu het derde deel van den Catechismus op haar den indruk maakt, alsof het, onder wat bedekten vorm ook, toch weer naar dat Wetsovermits

standpunt terugtrekt,

en doet ze

liefst,

is

om

ze huiverig,

er

ook niaar even op in

te

gaan,

alsof het niet bestond. Alleen het slot van dit derde deel

van den Catechismus, handelende over het Gebed, spreekt haar dan weer toe. Daar wil ze zich in verdiepen. Maar wat daaraan voorafgaat over de

Wet

en de goede werken vervult haar eer met vreeze, dan dat het haar

aantrekt.

En zeg nu

niet, dat

deze bedenking geheel denkbeeldig

is.

Dat toch

leert

u de geschiedenis der Christenheid wel anders. Metterdaad toch ontwaart ^ ge telkens lieve, ernstige Christenen

nauw

een

op

van teedere consciëntie,

die zich zeer

teeder leven voor God, naar den regel van zijn Wet, toe-

leggen, en aan wie ge zoo duidelijk merkt, hoe de vroegere

benauwdheden

en enghartigheden, of ook de uitwendigheden en zelfverheffingen van het

Wetsstandpunt weer meer of min tengevolge de

daad verzwakt is

"^

smaak voor is.

bij

hen

zijn ingeslopen,

volle rijke genade, en niets

Ge ontwaart

er lieden onder,

bij

en

bij

wie dien-

dan genade, metter-

wie

dit zelfs

zoo ver

gegaan, dat ze weer „regel op regel" en „gebod op gebod" hebben ge-

stapeld, en in het „raak niet en

smaak

niet en roer niet

aan" een nieuwe

Evangelische wet aan de wet van Horeb pogen toe te voegen. het bedenkelijkste

van een

ge ontwaart almeer een

is,

den achtergrond

laat

te

in

kracht, die

leenen;

drijft;

treden.

Christus verkleind in waardij,

Christus

opkomen onder de Christenen

richting, die de heiligmaking in wettischen zin opvat; deze aldus

opgevatte heiligmaking sterk

teekeniö

En wat nog

een

en de rechtvaardigmaking geheel op

Hierdoor wordt

om

aan

menschelijk

verband wordt gebracht, hij

's

dan ook het werk van

menschen werk weer hooger be-

werk,

dat dan

maar meer

nog wel met den

als uitvloeisel

van de

ons mededeelt, dan als vrucht van zyn Kruis.

En dit nu brengt ons tot de laatste opmerking, die hier haar moet vinden. Ten slotte toch worden deze min of meer lijdelijke

plaats lieden

het meest van het derde deel van den Catechismus afgeschrikt door hun

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 344

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's