GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 492

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 492

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

480

XVII.

HOOFDSTUK

II.

voor een oogenblik, dat het kruis van Christus pas

Stel

eeuw zou worden

in

de tv/intigste

geplant, dit zou aan onze rechtvaardigverklaring niets

af- of toedoen. Evenmin als het aan de rechtvaardigverklaring van Abraham, David of Jesaja iets af- of toedeed, dat het kruis van Christus pas eeuwen na hun sterven is opgericht. Maar wel was het eisch, dat het zeker komen zou. Gods recht moest ook in de werkelijkheid van ons menschelijk aanzijn uitgevoerd. En zoo is het, dat de Christus al deze dingen moest lijden. Dat hij moest ons vleesch aannemen, moest zich stellen onder onze schuld, moest lijden onder Pontius Pilatus, moest gekruist en gedood worden; moest in den eeuwigen dood ingaan, en alzoo moest opbrengen den vollen prijs die aan Gods gerechtigheid moest betaald worden. Hiermee echter was het goddelijk proces der rechtvaardigmaking nog niet ten einde.

Immers, nu was er wel aan Gods recht voldaan, het rantsoen was wel maar nog ontbrak de rechterlijke daad, waarbij dit rantsoen

betaald;

goedgekeurd, aangenomen, en krachtig

Immers, of genoeg.

Ge moet

waarom

Christus

in

zijn

gevolgen wierd gemaakt.

een schuld die op u rust, betaalt, dit

al

gij

er in

is

u nog niet

ook den kwijtbrief van hebben. En dit is het, dood niet kon blijven, maar moest worden

den

opgewekt. Eerst door die opwekking toch keert Immanuël uit den leven weder;

blijkt

Hij

nog

in

den dood

gedronken. En eerst waar feert

door

dien

hij

dood

den dood uittreedt

heeft en nu uit

Zoolang

dat

in het leven

lag,

dood

in

het

aan zijn eindpaal afgeloopen weer overtreedt in het leven.

tot

en

was de dood nog

niet ten volle uit-

den dood afschudt en over den dood triom-

hij

terug te keeren,

is

het rantsoen voldongen, het

om Gods gerechtigheid uit. Nu bezit Immanuël dan zijn gerechtigheid. Niet als God, want als God was Hij nooit anders dan de Gerechtigheid zelve, en kon er zelfs van een staat van gerechtigheid of schuldigheid bij Hem geen sprake rantsoen aangenomen, en heel de worsteling

vallen.

Immers

die staat geldt altoos tegenover een Souverein en Rechter

Hij geen Souverem, maar was Hij zelf Souverein. Maar wel als mensch en Middelaar. Als mensch en Middelaar had Hij zich tot zonde laten maken om onzentwil. En daarom moest Hij als mensch en Middelaar nu ook schitterend gerechtvaardigd worden, en een eeuwige

en als

God had

gerechtigheid verwerven.

Overmits

hij

echter, juist als Middelaar, deze gerechtigheid niet

ven had voor zichzelf, maar

moest nu ook

dit

laatste

er

verwor-

Hoofd voor het lichaam der verkorenen, bij komen, dat Hij, als verrezen uit den

als

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 492

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's