E voto Dordraceno - pagina 66
ZONDAG
54
HOOFDSTUK
III.
III.
heeft", en hoe in de Dordtsche leerregels wierd beleden: ,,dat de
door
overgebleven natuurlicht nooit tot zaligmakende
dit
mensch
kennisse
van
kan komen"; terwijl omgekeerd met God of tot bekeering van zich zoovele woorden verklaard wierd, dat deze vonkskens alleen bestonden: „in eenige kennisse van God en van natuurlijke dingen, van onderscheid zelf
tusschen eerlijk en oneerlijk, en van eenige betrachting tot de deugd en uiterlijke tucht".
Maar hiermee scheiding.
we dan ook op
zijn
Ware
het spoor van de
rechte onder-
de mensch door den val een dood stuk steen, een stok
of blok geworden, dan kon er van geen wedergeboorte of verlossing ooit
sprake meer zijn. Ook uit steen kan God Abraham wel kinderen verwekken, maar dan zijn het nieuw geschapene, geen wedergeboren personen. En ook een stok of blok kan geen rampzaligheid dragen. Een blok heeft geen schuldgevoel. De worm die niet sterft en het vuur dat niet uitgebluscht wordt, raakt er het wezen niet van. Om den mensch alle verontschuldiging te ontnemen en om verlossing mogelijk te maken, schiep
God hem dus alzoo, Maar zoo zeker als zeker
is
zoo
deze
hij viel,
,,
toch deze
,,
vonkskens" overhield. in zich hield, even
kleine overblijfselen"
kunnen strekken.
Door de zonde
sloot
hij
den hemel voor zich af en sloot hij zich op in die wereld van het zichtbare,
deze wereld van het zichtbare, en
o, ja,
daar brengt
hij
Maar zóó waagt te
hij,
hij
het ook, dat deze kleine overblijfselen nooit tot iets geestelijks
of wezenlijks
in
dat
het met die kleine overblijfselen
om
het niet,
hij
komen, en weer verband met
zoeken, of bot slaat alles terug.
uit
die
in
zijn God in Dan kan hij
nog soms heel
ver.
zonde besloten wereld die onzichtbare dingen niets,
uit te
volstrekt niets meer.
Over dien oceaan legt geen van de „kleine overblijfselen" van zijn scheepke hem een brug. Eens voer hij op dat scheepke naar de overzij. Maar nu dat scheepke stuk sloeg, doen de planken van het wrak hem nog wel dienst om over greppels en slooten te kruipen, maar over den Oceaan brengen ze hem
Dat
is
hemel kan
niet meer.
afgesneden. reiken,
En zoomin iemand met
kan
hij
zijn
handen
naar
den
dat onzichtbare meer grijpen. Tegenover dit
geestelijk en onzichtbaar Koninkrijk staat hij volslagen machteloos.
op allerlei manier, maar zooals een hond ook goed doet, die een bijna verdronken kind nog uit het water haalt. Allerlei ,,goed" deden de heidenen. Wat prachtige voorbeelden van trouw en standvastigheid leverden ze ons niet. En nu nog wat ontmoet ge niet tal van lieve, vriendelijke, deugdzame menschen, aantrekkelijke modellen
„Goed" doet
in
hun
soort!
hij
nog
Maar, en
veel,
dit
is
onze jammer,
dit
goed
is
altemaal
een
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
![E voto Dordraceno - pagina 66](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's