E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 389
Derde deel
XXXII. HOOFDSTUK IX.
ZOND.
Zyn
er dus de
gewenschte vruchten, dan weet
„dat ik
spreken,
God
voorbereid
rijst
behoort
geschapen ben
391
om met
ik,
opdat ik daarin ivandelen zou."
heeft,
Ef. II: 10 te
Jezus tot goede werken, die
in Christus
Bij allen twijfel die
dus ons gebed tot den God onzes levens
te zyn, of Hij
de
vruchten der goede werken in ons wil doen uitkomen, en in die vruchten ons de zekerheid geven omtrent de echtheid van ons geloof.
En
men
toch,
gaat mis, zoo
men
(wat Voetius dan ook niet bedoelt)
Immers, de sluitrede
door een uitwendig besluit hierop alleen af wil gaan. gaat wel door, dat waar de echte vruchten
maar men kan uitbotten,
dan
ja,
een rank
niet
het echte geloof
is
weet sta,
ook het echte
zijn,
niet
trossen aan de ranken hangen,
niet. Zie ik
voor een wijnstok sta; maar als ik voor
ik stellig, dat ik
zonder trossen, kan noch
mag
ik
omgekeerd
besluiten, dat
rank niet van een wijnstok, maar van een wilden wingerd
die
gelot3fis;
omgekeerd zeggen: Waar de echte vruchten nog
Immers,
is.
maar een dan kan het daarom toch wijnstok die deswege dit jaar geen druiven kon voortbrengen, óf omdat de wind te scherp, óf omdat de bodem te arm, óf omdat de zon te schraal was. Of zonder beeldspraak, er kan echt geloof in de kiem zijn, maar datdoor allerlei ongunstige omstandigheden nog niet in vrucht uitbotte. En zeer wel een echte wijnstok
ook afgezien
daarvan, moet ik er altoos op letten, dat de wijnstok, die
den herfst druiven droeg, in den winter
in
de lente wel blad, maar daarom
vruchten
van blad
nog geen trossen vertoont.
nen, zoo er voor een
lang een dorheid over mijn
tijd
blik de uitbotting
van de vrucht belemmerd. Ook
magere jaren en vette In de tweede plaats zoo
niet
gemakkelijk
waarlijk goed voor God
kan men
kelijk
is
Catechismus:
„Werken
kennis
„Wat
komt
hierbij,
om
is, is.
bij
zijn
:
Wat
en
dit is het moeilijkste, dat het
te beoordeelen, of
Bij
een wijnstok valt
om
uit
te
maken
is
of
lang
eenig werk, dat ik deed, dit licht.
Wat
een druif
kan men proeven. Maar zoo gemak-
de goede werken niet. Vraag ik toch aan den
goode werken?" dan ontvang ik ten antwoord:
uit het geloof niet
is,
dat
is
den
moet die
ik
zin,
waarin
zonde. Maar zoo ge-
raak ik dan ook, zoudt ge zeggen, in een cirkelredeneering. of mijn geloof echt
Een geloof
voor het oogen-
in het geloofsleven zijn
die uit een oprecht geloof voorkomen,'' geheel in
de apostel schryft
de
te ontlee-
jaren.
zien, of de druif edel is
deze
en in
mag met
ziel toog.
blijft echt, al is
is,
Vandaar dat
en juist daaraan kracht en moed heb
uit het verleden,
dat een vorig jaar echte vruchten droeg,
is
zelfs kaal
voor de echtheid van mijn geloof ook rekenen moet en
ik
er
zijn,
Om te weten
onderzoeken of ik echte vrucht droeg;
vrucht echt
is,
moet
ik
nagaan of
en.
die vrucht
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's