GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 580

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 580

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

582

XXXVI. HOOFDSTUK

ZOND.

Stemt nu een ieder

dat dit gebod niet uitsluitend het verkeerd ge-

toe,

naam Jehovah kan

bruik van den bepaalden

I.

een meer algemeene strekking heeft, dan

maar

verbieden,

in elk geval

de vraag, hoe deze meer

rijst

algemeene strekking door ons moet bepaald worden. De naam, een ieder,

van is

hem

iets

anders dan een naam.

ge er

bij

korter of

is die

'

zijn

en

zijt,

wek

ik in

naam dan

de

is

ge

't zij

G-e

kunt

eigenschappen^

allerlei

maar dat alles is uw naam niet. langer klank, waarmee uw persoon als zooda-

Noem

nig bedoeld en aangeduid wordt.

Daarom

dit gevoelt

ge tot hem,

't zij

voeren, allerlei qualiteiten,

allerlei titels

Uw naam

noemen,

te

Een woord, een begrip, een denkbeeld, een voorstelling

spreekt.

heel

alles

om iemand mede

dient

naam aangedaan ziel.

ziet

ge op, zoo

uw persoon.

anderer geest de herinnering aan

ook zoo teer; voelt iemand de beleediging aan een aanranding van zijn eigen persoon

als

naam

een goeden, onbevlekten, onbesmetten

ven voor veler

naam, dan

ik dien

Een goede naam

is beter

te

bewaren het

dan goede

olie,

en

;

is

edelst stre-

zegt de spreuken-

Het is zoo, men kan ook te preutsch op zijn naam zijn, en zijn naam hooger dan zijn levensbeginsel stellen, maar op zichzelf is iemand, die niet om zijn naam geeft, een persoon zonder eere. Spreken we dus van den Naam van God dan onderstelt dit, dat de

dichter.

mensch en dat

zelf tot

God kan spreken, en

doen kan

dit

hij

iri

schappen, krachten of mogendheden Gods aanduidt, maar dat

Wezen Gods,

streeks het

zij

nu daargelaten,

Naam

dit in

:

dat ik

Hem

met

als

in het

ook recht-

mag men wel

spreek.

Ge

nooit

Personen. Maar dit

noemen van God

een ander Ik te

Hem

van

en

hebben,

bestaat in drie

toch

ligt

met God

toespreek

gelijk wij dit

Wezen

op God overbrengen. Het ééne

zoodanig

hij

het ook altoos op creatuurlij ke wijze, uitdrukt.

Een zoo eng persoonlijk bestaan, onderscheid

kan spreken,

over G-od tot anderen

dezer voege, dat hy niet alleen enkele eigen-

doen

ziet

bij

krijg,

zijn

en als

dan ook hoe in

deze tegen woordigen tijden al diegenen, die nog wel een idee van het Onzienlijke

en een ideaal van het Hoogste Goed aanbidden, maar van den

God der Openbaring vervreemd Het

is

zijn,

FacZer-naam

bijna nooit

maar noch

zijn

Jehovah-naam, noch

in het

naam noemen, noch

bij

gewone

zijn

naam

leven,

dan kunt ge hem niet

toespreken, tenzij hij zich

aan u kenbaar hebbe gemaakt, of ge door anderen aan gesteld.

Dien

meer noemen.

dezulken in eere.

blijft bij

Ontmoet ge nu iemand zijn

Naam

dan het Opperwezen, soms de Voorzienigheid de Hoogere zegen,

de Onbegrijpelijke, en zooveel meer; zijn

zijn

Een onbekend persoon

kunt ge met

Vraagt ge

hem

zijn

naam

is

hem

zijt

bij

eerst

voor-

u een X. Dit heeft voor u geen naam.

niet aanspreken,

noch spreken over hem.

op den weg naar het uur, of naar het pad dat ge moet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 580

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's