GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de schaduwe des doods - pagina 180

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de schaduwe des doods - pagina 180

meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

172

XLIV. Innerlijk

bewogen.

ONZE TRANEN. En Jezus uitgaande, zag eene groote schare, en werd innerlijk met ontferming over hen bewogen, en genas hunne kranken. Matth. 14 14. :

Ook onze Heiland heeft telkens oogenblikken gekend, waarin sterke aandoeningen dreigden Hem te overmeesteren. We lezen gedurig, dat Hij bij den aanblik van onze menschelijke ellende innerlijk bewogen en ontroerd werd. Soms zelfs voegen de Evangelisten er bij, dat Hij zeer bewogen en sterk ontroerd werd; bewogen met ontferming; bewogen met barmhartigheid ; zeer bewogen in den geest, gelijk bij Lazarus' graf, of ook ontroerd in den geest^ gelijk bij de aankondiging van het verraad; totdat dan eindelijk ook Hem de aandoening te machtig werd, om ze innerlijk te smoren, en ook Jezus ze een uitweg gaf in den traan, die aan zijn oog ontgleed.

Ook Jezus heeft geweend. Geweend bij Lazarus' graf; geweend over Jeruzalems onwil om zich tot haar God te bekeeren. En niet het minst in dat weenen kwam het uit, hoe fel ook Hij innerlijk geschokt en ontroerd kon zijn. Ja, het diepst van allen is Jezus innerlijk aangegrepen, geheel verschrikt en ontzet geweest, toen Hij in Gethsemané satanische aanvechting onderging en Hij zich uederbukte onder den last onzer schuld en onzer zonden, tot het angstzweet Hem uitbrak en Gods engel Hem ondersteunen moest. Ook dat toch was een geweldige, innerlijke aandoening van geheel zijn wezen, waarvan Hijzelf in den angst der verschrikking aan zijn jongeren klaagde: „Mijn ziele is geheel bedroefd tot den dood toe.'" Het voorbeeld van Jezus toont dus, hoe zulke aandoeningen van ons hart haar recht van menschelijk bestaan hebben; dat onaandoenlijkheid geen deugd; dat verstomping van ons gevoel geen geloofsvrucht is; en dat koel te blijven in de aangrijpendste oogenblikken van ons leven, een gemoedsgesteldheid verraadt, die bij de stoïcijnsche wijsgeeren, maar niet bij Gods kinderen thuishoort. Het bekend verhaal, alsof een engel Gods den mensch na zijn val den traan uit den hemel als een goddelijke vertroosting zou gebracht

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's

In de schaduwe des doods - pagina 180

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's