GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de schaduwe des doods - pagina 307

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de schaduwe des doods - pagina 307

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ROUWDRA.GEN.

Zoo pleegde de Oosterling,

7

de lijkbaar zijner dooden, te werpen,

sclieuren, asch op zijn hoofd

zijn

kleeren

te

zich

niet

wasschen

te

bij

28

noch

spijze te

nemen,

als

om

te

geven, dat zijn lichaam op dat oogenblik voor hem niet bestond, zooals al de kracht van zijn wil en zijn denken in de verborgenheid zijner ziel was teruggetrokken. En in gelijken zin kwam onder allerlei volken de gewoonte op, en hield ook onder ons nog stand, om als er een geliefde doode uit het huis was uitgedragen, de gewone bovenkleederen af te leggen, en voor een jaar of langer niet anders te dragen dan zwart, met het wit er bij, om de donkerheid en somberheid van het zwart nog sterker te laten uitkomen. Dat in den rouw zijn brengt dan tevens meè, dat men zich niet vertoont temidden van de vreugde der wereld, zich speent aan alle feestmaal of banket, en niet eer de rouw is afgelegd, weer op den ouden voet aan de ge-

kennen

te

zellige vroolijkheid deelneemt.

Dat kan dan wel niet altoos zoo blijven. Vroeg of laat moet het gewone leven zijn loop hernemen. Maar in het rouwkleed zoekt men bescherming, om althans een tijd van overgang te vinden, en er onze vrienden van de wereld telkens aan te herinneren, dat ons een zoo diepe wonde geslagen werd in het hart. En toch, hoe algemeen dat vertoonen en dragen van teekenen van rouw ook verspreid was en nog is, er zijn toch tijden geweest, dat de hooggestemde ziel tegen deze teekenen van rouw geprotesteerd heeft. In de eerste jaren na Jezus' hemelvaart, in wat men pleegt de oudste Christelijke kerk te noemen, was al dit rouwen zoo goed als afgeschaft. Gelijk men zijn dooden begroef, niet huilende en weenende, maar zingend en jubelend, omdat hun strijd volstreden en hun zaligheid was ingegaan, zoo ook rouwde men niet over hun verscheiden, maar verheugde zich, met een heiligen lach om de lippen en met een zalig heimwee in het hart, over het heil dat voor hen thans werkelijkheid was gewoi'den. Ook over de martelaren is nimmer gerouwd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's

In de schaduwe des doods - pagina 307

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's