In de schaduwe des doods - pagina 191
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
183
ken wederkomt, bij de wederopstanding des vleesches, ook die kiem te doen ontluiken. De ziel van wie heenging lijdt onder het intreden van dat bederf en dat indalen in het graf natuurlijk geen oogenblik. Onze ziel heeft een eigen bestaan, dat wel in de schepping aan het lichaam gebonden is, en eens weer met een lichamelijk bestaan zal gepaard gaan; maar toch kan de ziel door God van het lichaam worden losgemaakt, gelijk Hij ze er eens aan verbond; en zoodra de dood intrad en voleind wierd, deert wat met dat lijk geschiedt, de ziel niet meer. Of ze de lijken onzer martelaren al tot asch verbrand hebben, en of de lijken onzer schepelingen al door haaien verslonden worden, daar weet de ziel niets van. En God de Heere is machtig over de kiem van dat lijk te waken, geheel onverschillig of de zee het verslindt of dat het door vuur verteerd wordt. Ook in die di' pte der zee, en ook in de knettering van de houtmijt wordt er altoos gezaaid.
Gezaaid
in verderfelijkheid, gelijk elke tarwekorrel vergaan moet ontbonden moet worden, om er den halm uit te doen oprijzen; maar toch in die verderfelijkheid gezaaid, zoodat er uit dat tarwezaad een nieuwe plant, en uit dat vergane lichaam van uw doode eens een nieuw lichaam voortkomt.
en
De
van
heengaat, voleindt haar lot in het sterven zelf. hangt alles aan den Middelaar, het een en al voor eeuwig aan den Zone Gods. Bond, eer ze uit het lichaam scheidde, een levens- en geloofsband haar aan den Man van smarte, den Koning der heerlijkheid, dan snijdt de dood zelf voor haar alle gemeenschap met de zonde af, en kan geen vallei der schaduwe des doods, en geen Satan die ons verderven wil, ons van de liefde Christi scheiden. Dan is het ontbonden, om eeuwig met den Heiland te zijn. Over het andere geval zwijgen we liefst. Het is zoo ontzettend. Een ziel die los van Jezus sterft. Haar bindt in eeuwigheid niets meer aan den volzaligen Middelaar. En geen gebeden of smeekingen van wie achterbleven kunnen die ziel meer redden van het eeuwig ziel
Voor
die
M'ie
ziel
verderf.
Hier, vóór het sterven, moet het voor eeuwig beslist
Maar
zijn.
wie heenging, in Jezus, 't zij het kind door nog onbewuste genade, 't zij de volwassene door bewust geloof, dat uit die genade ontkiemd was, dan waakt diezelfde Heiland, die uw ziel houdt, ook over uw stof, dat aan de aarde wordt toevertrouwd, en moogt ge het stoffelijk overschot van uw doode aan uw Heiland aanbevelen. Immers wat in verderfelijkheid moet ondergaan, om gezaaid te kunnen worden, het wordt eens opgewekt in onverderfelijkheid. stierf,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's