In de schaduwe des doods - pagina 137
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
129 enkel gestorven, maar soms reeds weggeborgen in het graf. zulke dagen nu, dan krijgt ge den dood onder de oogen te zien. Onwillekeurig denkt ge er telkens vanzelf aan. Niet dat ge hem bijgeloovig uzelven voorstelt als een geraamte met doodskop en zeis; maar ge begrijpt dan toch, dat die geheimzinnige dood iets ontdiezelfde dood, die van den rechtvaardigen Abel af zettends heeft niet
is,
In
;
menschenkiml den bitteren tol liet betalen, die ook uit den kring van uw magen en vrienden reeds zooveel liefs meesleurde, en die nu op u aandringt, en u nabij komt, en de hand op uw schouder legt, als om u te zeggen, dat ge u reppen zult, want dat uw einde alle
nabij
En
is.
ge dat voor het eerst met vollen ernst ontwaart, dan vaart uw ziel, en trekt er een huivering door uw leden. Zoo koud voelt ge de schaduw des doods reeds over u gaan, en zoo donker omzweeft u zijn toenadering. Want het is wel zoo, op het slagveld zoekt soms de held den dood, en op den brandstapel heeft martelaar na martelaar den dood maar slagveld en brandstapel zijn zoo heel anders dan een belachen ziekenkamer met al de bangheid van gebroken lichaamskracht. De held en de martelaar zijn nog volkomen gezond. Ze hebben den dood nog niet onder de leden. De dood staat nog tegenover hen. En nu is het om de banier van hun hemelschen Koning, dat ze met moed en doodsverachting liever sterven dan die banier over te geven. Maar als het in zwakte en benauwdheid met u ten einde gaat, dan is er in u geen kracht meer. Er is niets dat u ophoudt of uw geestdrift prikkelt. Nog weinige dagen misschien, en zoo stil, zoo verlaten, zoo onmerkbaar gaat ge heen. als
er zekere siddering door
;
En dan zijn
staat
ge
voor
een raadsel, voor de bange vraag, wat het
zal.
Ge gaat sterven, maar wat is sterven S^ Wat zult ge dan gevoelen, wat ontwaren, wat gewaarworden? Dat uiteentrekken van ziel en lichaam, zal het benauwd, zal het vlijmend in verborgen pijn wezen? Ge vraagt het, en, helaas, niemand heeft een antwoord; want die stierf heeft ons ooit gezegd, hoe het hem in zijn sterven was. Heel die overgang uit dit leven naar de overzij der eeuwigheid is een wereld vol raadselen.
niemand
Want wel
zag
men
er
sommigen sterven in bange, ontzettende
benauwdheden, dat de doodsstrijd bijna geen einde nam, en waren er anderen die insliepen zoo zacht en kalm, dat ge moeite hadt om te gelooven, dat dat
nu
sterven was. 9
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's