Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 189
Deel een. Inleidend deel
Afd.
Hfst.
2.
III.
§ 73.
ABRAHAM CALOV.
l8l
hangsel; maar dan als aanhangsel van zeer ondergeschikten rang. Zich aansluitende aan Luther's bekend zeggen tot Latomus, dat
de
der
theologie
Scholastieken
veritatis et inanis falacia," luidt
qui
sunt,
Patribus
„nihil
ook
aliud
canon
zijn
ignorantia
„Scholastici indigni
multum
accenseantur, nee
quam
sit :
iis
legendis operae
men zich tot impendendum Petrus Lombardus en Thomas van Aquino bepale, en de lateren ongelezen late zoodat de Loei Communes, dien naam waard, z. est" (p. 316). In elk geval wil hij, dat
i.
;
dan ook met Luther en Melanchton beginnen
185),
(p.
zonder dat
Calvijn's Institutie natuurlijk meerekent.
Aan
van de Theologische studie
dit rijke overzicht
in
haar onder-
scheidene vertakkingen laat Calov een Encyclopaedische bespreking
van de Theologie zelve voorafgaan, die ongeveer gelijk staat met wat men thans de pars generalis van de Theologische Encyclopaedie noemt,
en, zoo
wat omvang
als degelijkheid betreft,
aan onze heden-
daagsche Encyclopaedisten ten voorbeeld kan strekken. De drie eerste hoofdstukken die over den naam Theologie, de valsche en en
archetypische
ware,
ectypische,
en over de onderdeden der
ectypische handelen, zijn daarbij, als slechts repetitie van het be-
kende, minder belangrijk; maar reeds zijn 4 e hoofdstuk „de distinctione Theologiae in naturalem et supranaturalem", is om de positie,
aan de Theologia naturalis geeft, opmerkingswaardig. Ze omvat ook volgens Calov den locus de Deo en wel wat de natura die
hij
,
et
attributa
voorts
betreft,
ex
aliqua parte;
en eindelijk dien van de immortalitas animae
straf;
vierderlei natuurlijke
menschelijk besef, en
is
Godskennis
dus theologia naturalis
hetgeen de menschelijke geest
uit
trinam,
,
per
indigationem
mensch op
te
is
heffen,
Theologia
et
heeft afgeleid, en heet
culturam propriam"
(p.
deze theologia naturalis onmachtig al
stelt ze
naturalis
ons
door de
ze voort uit
om in stand gehouden te worden „per institutionem
Zonder meer echter deze
insita, die
deze beseffen, in verband met
de aanschouwing van Gods werken, acquisita
(p. 69).
vloeit ten deele voort uit
wordt voortgeplant, maar deels ook spruit
geboorte
bij
voluntas
de kennisse der Lex divina; dan den locus van de zonde
en haar
Deze
Dei
alsook zijn
hem
schuldig.
et
69
dan doc-
— 70).
om
den
Doch nu komt
onder de Heidenen soms nog een
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's