Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 144
Deel een. Inleidend deel
Afd.
136
Hfst.
2.
III.
§
64 ERASMUS.
argumentum requirat, veteres Mos Chrysostomum, Hieronymum cum recentioribus componat conferatque: videbit illic aureum hisce quoddam ire flumen hic tenues quosdam rivulos, eosque nee puros genere,
si
promptum
quis
aliquod
theologos Origenem, Basilium,
:
admodum, nee suo
respondentes"; een uitspraak, die vooral
fonti
door de inlassching van Origenes' naam den humanist verraadt, die meer op eigen critiek afgaat dan op het gezag der Kerk.
Verder dan de exegese
dan ook
niet.
Welke
verzelt
hem
deze patristische voorlichting
philosophia Christi alsnu uit den dus verklaarden
moet de humanistische Theoloog zelf weten. Zelfs tegenover de H. Schrift stelt Erasmus den Theoloog als den deskuntekst
dige zij.
zij
af te leiden,
die zelf uitmaakt
,
„Nee
fortassis
welk gewicht aan hare uitspraken te hechten
,
absurdum
in sacris
fuerit,
ordinem auctoritatis aliquem constituere
quam
ponderis Esaias
.
Iudith aut Hester
quam Apocalypsis inscripta et Corinthios, quam epistola
Apud me
.
.
quoque voluminibus certe plus habet
plus euangelium Mathhaei
;
Ioanni; plus epistola Pauli ad scripta ad
Hebraeos"
(p. 73).
Romanos Doch ook
den inhoud moet de theoloog op eigen gelegenheid verwerken toe Erasmus den raad geeft, dien we na hem een tijdlang Protestantsche methodologiën terugvinden
sarium aan
om een
,
ingedeeld naar de loei der dogmatiek: „ut
te leggen,
accipias
quosdam vel
.
.
quos
ad
aliis
in
Actis,
ad hos
erit
est in
sit,
de
legeris
,
fide,
in
quopiam
velut in nidulos
ubi videbitur,
quod voles
de ieiunio, de ferendis
innumerabiles fingi possunt. His
rerum pugnantiam
iuxta
compositis
Euangeliis,
nam
genus;
id
usque insigne
vel dissonet,
omnia quae
quo promptius
vel recondere, velut
atque
ordinem
quicquid in
digeras,
promere
malis in
;
in alle
Bijbelsch adver-
locos aliquot theologicos aut tibi pares ipse, aut ab alio traditos
waar-
;
au affinitatem,
omnibus. Veteris instrumenti
libris
Apostolorum
redigendum
" (p.
189).
,
libris
quid conveniet,
Op
die wijs
moet
eigen dogmatiek saamstellen en zich losmaken
Theoloog zijn van het gezag der heerschende Scholastiek. Aristoteles moet uitgebannen, en, zoo men aansluiting zoekt aan een der oude philosoelk
phen, moet liever op Plato teruggegaan (p.43). „Augustinus labatur,
quod cum
potissimum
incidisset,
sibi
gratu-
adhuc circumferretur, inPlatonem quod huius dogmata propius accedebant ad
variis erroribus
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 144](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's