Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 251
Deel een. Inleidend deel
;
Afd.
is;
de
dat
leven
Hfst.
2.
§ 84. CALIXTUS.
III.
Gods
—
wil;
komt na
onsterfelijk is; dat er een vergelding
ziel
en dat de waarachtige godsvrucht bestaat
;
243
de Religio Christiana ons
terwijl
de kennisse
leert
der miseria generis humani; de oorzaak van deze ellende in erfzonde
de geboorte
en den weg
;
komen
ellende weer ten leven te
Philosophie als ancillae hulpdienst wijzen
„Nemo
zullen.
loquendo
et
dezen val en
Ook
uit
deze
zoo echter kan deze
pro
(p.
45) voor deze Theologie be-
studioso Theologiae, proprie quidem
procedendo
recte
eischt hij dat de Philologie en
daarom
missen, en
niet
(p. 62).
uit
den val
in
superrationalis Theologia de hulp der recta ratio
supernaturalis et volstrekt
om
dit
het doen van
in
,
agnosci potest
qui in
nisi
,
litteris
et linguis et disciplinis, quae ad syy.uKXo'Tvx^sixv pertinent, versatus
fuerit"
163). Iets
(p.
als strekte
wat
hij
deze studie alleen
in staat te stellen
,
niet in bloot
om
maar evenzoo
;
formeelen zin bedoelt,
ons tot wetenschappelijken arbeid in materieelen
,
overmits de Philo-
sophie ook zakelijk den inhoud onzer kennis verrijkt; wat vooral geldt
van
de historie,
die hij
28
Op
subsumeert
(p.
v.v.).
ouder gewoonte onder de Politica de Ethica past
hij
zoo toe, dat
dit
wel de H. Schrift ons tot deugd vermaant en ons leert hoe de deugden
„ad altiorem finem et Deum Optimum Maximum referendae sunt" (p. 28), maar dat niettemin de Philosophische Ethiek aan de Theologie
de
definities
voor deze deugden heeft
hang, en de „munia Kerkhistorie plaatst Philosophie
,
et officia", hij
,
te leveren
waarin ze werken
getrouw aan
haar samen-
,
28).
(p.
zijn principium,
nog onder de
omdat „Ecclesiastica historia neutiquam peculiari aliqua
coelesti revelatione, sed cura et industria, quin etiam fide nititur"
(p.
30).
En
toch
(p. 29).
ita
En
dicti
komt
ut absque ea cognita Theologi sit
concessurus"
mentandi rationem errores utatur
,
zij
,
maar
Calixtus' eigenaardig standpunt uit, „quia sup-
peditat Ecclesiastica historia
Theologo secwidariam quamdam avgu-
qua ad confïrmanda dogmata
et
refellendos
1 '
(p.
30).
Voor de Encyclopaedische van de
,
titulum nemini quisquam sanus
zulks niet alleen, opdat hij wete wat geschied
ook, en hierin
humana
de kennis dezer zoo hoog „ut
stelt hij
extra controversiam esse existimet
proprie
Ook de
indeeling, niet
Theologische studiën, stelt
hij
van de Theologie maar
de Dogmatiek voorop; laat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 251](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's