GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 69

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 69

Deel een. Inleidend deel

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Afd.

dat

i.

Hfst

2.

III.

Ambrosius.

§ 40.

de wetenschappelijke vorming bepleit tegenover het

hij

tualisme en empirisme

;

dat

20.

hij

die er tegenover staan in

het

;

heilige

en

dat

30.

leven.

maar ook

,

in

de ketterijen

voor het optreden van een

hij

een oefening eischt, die goede dialectiek,

rhetoriek en oratorie omvat, en

maatschappelijk

spiri-

onderrichting verlangt niet alleen

in de positieve gegevens der Schriften

Dienaar

61

hem geen vreemdeling

laat in het

Het wetenschappelijk karakter moet dus

èn tegenover het empirisme èn tegenover het spiritualisme gehand-

samenhang met de «/^-theologische wereld mag volgens Chrysostomus nimmer verloochend. de

en

haafd,

Ambrosius.

§ 40.

Nog minder dan Chrysostomus Ambrosius ook

in het

in zijn libri tres

door na

hij

te

de

in

Officiis

geeft

iepu<róvy<;

ministorum, dan

in

zooverre

Encyclopaedische spoor trad. Dit geschrift van Ambrosius

met bijzondere toepassing op

dus niet den nog

te

om

de aanleiding

hij

een soort christelijke

den geestelijken stand. Hij heeft

ambt staat, op

het oog

de wetenschappelijke opleiding

in tweeërlei opzicht

zooverre

officiis,

vorme7i theoloog, maar den reeds gevormden

theoloog, die aireede in het

is

xspl

denken over de vorming van den theoloog eo ipso

biedt ons, in navolging van Cicero's de

ethiek

zijn

ook

Ambrosius

uit

zijn ethische voorschriften

niet

,

te

en mist daardoor bespreken.

te leeren.

eenvoudig

Toch

Vooreerst uit

in

de Schrift

maar aanhecht aan de ethische studiën der heidensche wijsgeeren en het verband met het ethisch leven van den natuurDit komt lijken mensch geen oogenblik uit het oog verliest. toelicht,

,

vooral

uit

zegt wel

wat

bij

dat

hij

hij

over hun

de aandrift,

aan Psalm 38, maar dan gaat

om

offiiciis

de

officia

zoodanig

officiis te

hij (lib. I § 24)

nu sommige wijsgeeren over de

als

zegt.

Hij

schrijven ontleent

aldus voort: „Ofschoon

geschreven hebben

,

zoo

als

Panaelius, en zijn zoon, bij de Grieken en Tullius bij de Romeinen,

zoo

heb

ik het

toch daarom niet in strijd met ons ambt geacht,

op mijn beurt de officiis te handelen. En gelijk Tullius schreef om zijn zoon te vormen, zoo schrijf ik om u, als mijn geestelijke kinderen, te onderrichten." En daarop stelt hij in § 25

om ook

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's

Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 69

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's