Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 177
Deel een. Inleidend deel
,
Afd.
Hfst.
2.
GIJSBERTUS VOETIUS.
§ 71.
III.
schen de Philosophie en de Theologie kan
dona Dei non
Ergo" ,,
Een
42).
(p.
(p.
z.
i.
niet bestaan
Philosophia est
schijnbare paradox,
„quia
donum
Dei.
door
die hij oplost
door aan elk haar eigen terrein aan
43);
,
als
werpen ,,omnia quae pugnant cum
errores philosophorum " uit te
divinis"
At
inter sese pugnant.
169
„Dicta Philosophica philosophice sunt intelligenda
,
i.
e.
te wijzen:
de
iis
rebus
quas Philosophia tractat, non autem extendenda sunt adillas materias,
quas tractat Theologia supernaturalis "
46)
(p.
op het onderscheid tusschen wat ^snpra p.
53).
Gods
om
,
strijdig
in
hij
,
is,
stelling die hij
aan
toonen
te
en dat
die hij
dan op:
,
dat
God
wijzen
te
rationem est"
doen kan wat
niet
in zichzelven
logische redeneering
ook
haar plaats vindt. Onder de philosophische stu-
de Logica
i.
als
,
noemt
;
4
.
(p.
de Metaphysica en hierop ;
de practica: Ethica, Oeconomica, Politica, Sco-
.
5
als eisch stelt
instrumentum instrumentorum
75); 2. de Physica; 30. de Mathesis
lastica
et contra
op dien grond aan den Theoloog
volgen dan ten
en door
dan breedvoerig toepast op de Almacht
op dien grond de
juist
Theologie
de
diën
Een
;
en Historica
78).
(p.
Tot innerlijke consequentie is ook Alstedt derhalve nog niet gekomen. Van den éénen kant neemt hij de Theologia naturalis onder de theologische vakken op phie de taak aan, recht plaatst historie, hij
om
nog
hij
,
en toch wijst
hij
de cognitionem Dei
anderzijds aan de Philosote onderwijzen.
Het Kerk-
den kring der juridische wetenschappen.
in
ook der Kerk,
is bij
hem
een philosophisch vak.
En
De
terwijl
onder de theologische vakken een theologia casiium en theologia
moralis opneemt, plaatst scheiding
,
hij
toch daarnaast, zonder principieele onder-
een Ethica philosophica
als
propaedeutisch vak.
Een
ver-
warring van denkbeelden, die zeker niet den hoogen dunk rechtvaardigt, dien hijzelf van zijn methode koestert, als
Praecognita zegt
magnis
:
„ Agnosces
viris traditae,
sed
tegenstanders afwijst
eorum oculos
,
bone
quam ego
lector
hij in ,
de Praefatio op
zijn
hic vestigia doctrinae a
luniine methodi
meam
feci,"
en zijn
met de beleedigende opmerking: ,.aemulatio non videanf (p. 5).
perstringit, ut opes hic reco7iditas
§ 71. Gijsbertus
Voetius.
Afgesloten wierd de Encyclopaedische arbeid der Gereformeerde
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 177](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's