Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 490
Deel een. Inleidend deel
Afd.
482
hoe ten
Hfst.
2.
slotte slechts
III.
§ I42. CONCLUSIE.
datgene voor Christelijk
gelden, wat door
zal
de algemeene Kultuur-historische ontwikkeling voor waar en deugdegeijkt wordt.
lijk
Een tweede, is
minder ernstige moeilijkheid waarop men
niet
de bepaling van de verhouding, waarin
men
dat
centrum der Christelijke
in het
H.
staat tot de
Schrift.
De
Schrift
invloed, dien de Schrift sinds ze
nog steeds
zijn
bezit ,
op
poogt
religie
te
nemen,
zetten durft niemand.
zij
eeuwen uitoefende, en de
dragen daartoe een
stuit
mystiek uitgangspunt,
De
autoriteit, die
te energiek karakter.
Wel
tast men de H. Schrift in haar deelen gewelddadig aan maar ze in de Theologie tot een lageren adel degradeeren durft toch niemand ,
,
aan.
Niet wijl
theoloog
als
men de
zelf voelt,
publieke opinie vreest,
maar naardien men
dat een Theologie, die ophield Schriftuurlijk
geen Theologie meer zou wezen. Hierbij doet zich nu echter
te zijn,
de moeilijkheid voor, dat de Christus weerklonk
,
autoriteit
die in het <yéypx7rTcci
,
op de meeste theologen geen vat meer
bezat ze die voor Jezus, wel voor zijn apostelen
kan men
toren. Historisch
dit niet
loochenen.
meer op henzelven. De overtuiging, dat ons waarheid geopenbaard
is
,
die
wij
,
in
is
Wel
wel voor de Reforma-
,
Maar
ze heeft geen vat
de H. Schrift Goddelijke
op grond van de openbaring
der Schrift, hebben te gelooven en te belijden, geloof
van den
heeft.
losgelaten.
is
Het
„ein Willensacte" geworden, die als zoodanig niets met
de belijdenis
openbaring
der
te
maken
heeft.
Waar
de Heidel-
bergsche Catechismus nog zoo duidelijk uitspreekt dat een oprecht ,
geloof allereerst al
,,
een zeker weten
woord van
men
in zijn
met God verzoend
óók
is
te zijn.
„een zeker vertrouwen"
Op dit standpunt nu kan
uiteraard de H. Schrift geen ander karakter
oorkonde.
Woord geopenbaard
thans alleen de andere helft van het Catechetisch ant-
in zijn definitie staan, dat het
in Christus
waardoor de geloovige het
,
God hem
voor waarachtig houdt, wat
heeft", laat
is
Zoo goed zoo kwaad
het gaat
,
moet
behouden dan dat van in
de Schrift de verkla-
ring gezocht, hoe de Christelijke religie in de wereld
haar normeerende beginselen
zijn.
Daarbij echter wordt alleen verkla-
ring gezocht van datgene, wat
men
de Christelijke
houdt.
tieele in
meer inkrimpt,
religie
kwam, en wat de
zelf persoonlijk
En
wijl
nu
voor het essen-
dit essentieele al
wordt het resultaat, waartoe het onderzoek der
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's