Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 368
Deel een. Inleidend deel
Afd.
360
met een
hij
feitelijk
in
2.
Hfst.
§ 113.
III.
DREY, KLEE EN BÜCHNER.
van citaten poogt aan
rijken schat
te toonen,
welke
de historische ontwikkeling van de Theologische wetenschap
haar onderscheidene vakken geweest
Het motief voor
tweede deel
dit
is
op
is.
Een wetenschap
zichzelf juist.
toch, die het organisme van de Theologie tot voorwerp van onder-
zoek heeft
nisme
doet wel met zich af te vragen
,
opkwam
van Harless noch wijten.
Ten
noch navolging vond,
bijval
eerste hieraan
der Theologie
,
hoe
,
feitelijk
dit
orga-
en zich ontwikkelde. Dat desniettemin deze poging
,
is
veel te kort en te weinig critisch
om
aan Harless' zonderlinge manier, clopaedie af te handelen
Zoo toch maakt
,
te
is
en ten andere
;
vooraf het systeem der Ency-
en eerst daarna de historie te laten volgen.
den indruk, dat
hij
aan tweeërlei
dat zijn overzicht, als proeve van historie
hij eerst zichzelf in zijn
systeem
heeft ingezet, zonder de empirie te raadplegen, en daarna zich de
weelde veroorloofde
,
om
na
gaan
te
,
hoe het leven van het orga-
nisme der Theologie ontstond en opbloeide. §
113. Drey,
Had op
Klee en Büchner.
die wijze Harless eene
om
poging gewaagd,
uit Schleier-
macher's praemissen tot een Encyclopaedie der orthodox-Luthersche
Theologie te geraken
,
hetzelfde
werd van Roomsche
zijde
voor de
Roomsche Theologie beproefd door Drey, Klee en Büchner. Dit kan daarom te minder bevreemden omdat metterdaad Schleiermacher's uitgangspunt veel meer Roomsch dan Protestantsch was in zooverre ,
,
niet
den,
de belijdenis der waarheid, maar de Kerk,
hem
zijn leidende
haar organisch optre-
in
gedachte bood voor de ontwikkeling van het
Encyclopaedisch systeem.
Aan Schleiermacher
is
het dan ook te wijten,
dat de tegenstelling tusschen de Roomsche en Protestantsche Theologie in de eerste helft dezer
nata, die
dan
in
al
zwakker wordt. Ze
,
Protestantschen
periode bestond, afzonderlijk
onder
eeuw
op éénzelfden wortel stoelen en dat wel meer
te
om
zin.
De
Roomschen
aanleiding die nog in de vorige
de ontwikkeling der Roomsche Encyclopaedie
behandelen
vervalt
hiermee,
en
vandaar dat we
de volgelingen van Schleiermacher op Danz en Harless de
Roomsche Encyclopaedisten terstond volgen Prof.
in
zijn coördi-
Sebastian von Drey gaf reeds
laten. in het
begin van zijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's