Uit het Woord - pagina 223
Stichtelijke bijbelstudiën. Tweede bundel.
319 een
om
van
glans
majesteit;
op elk
zedelijke
heerlijkheid
maar Johannes verstaat men woord en elke tegenstelling
„Het Woord
is
gezien," staan als
lag,
niet,
van innerlijke, goddelijke tenzij men er toe komt,
te letten.
geworden," èn „we hebben zijn heerlijkheid diepe schaduw en het zuiverst licht naast elkaar.
vleescli
V.
DE VERGODING VAN HET MENSCHELIJKE IN
JEZUS.
Dewelke het beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller creaturen. Col. 1
:
15.
Dat Jezus waarachtig mensch was en is, wordt door de belijders van zijn naam niet ontkend, niet betwijfeld noch voorbijgezien, maar doelloos
Men belijdt het zonder er troost in te vinden; zonder er kracht uit te putten; men stemt het toe er den rijkdom in te bezitten van Gods eeuwige ontferming. gemaakt.
men beaamt zonder Hier
Yaak
lette
het
men
op.
beweerd, dat de geloovige gemeente eenzijdig 's Heeren goddelijke natuur beleed en voor zijn menschelijke natuur geen oog had. Dit is niet zoo. En het komt er op aan, wel in te zien, dat het niet zoo is. Immers wil men de geloovige gemeente de hand bieden ter verdere ontwikkeling, dan is voor alle dingen van noode, dat men wete waar ze staat, wat haar leven en streven is,- wat omgaat in haar geloofswereld. Yormt men zich hiervan een verkeerde voorstelling, dan stoot men haar af. Dan gevoelt ze dat haar wonde niet juist gepeild is. Dan kan ze zich niet verootmoedigen op het hooren van een verwijt, dat in den vorm onwaar is. Veeleer gordt ze zich dan aan ter zelfverdediging en ontzegt haar luisterend oor, aan wie haar manen wil tot betere dingen. is
Zoo ook
Wie
hier.
de gemeente komt, haar verwijtend, dat ze eenzijdig de des Heeren belijdt, vindt eer een ziel die zich sluit, dan hart dat zich opent. Neen, ze belijdt wel waarlijk „den eenigen tot
Godheid
een Middelaar Gods en der menschen, den mensch Christus Jezus." Het bloed der verzoening waarin ze haar vrede zoekt, is haar wel waarlijk het hartebloed van Hem, die naakt en uitgetogen aan den kruispaal ónderging in den dood. Het Kindeke te Bethlehem geboren is haar wel waarlijk uit den zade Davids, voor zooveel het vleesch aangaat. En als ze op den Paaschmorgen in haar bedehuizen saamstroomt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's