Uit het Woord - pagina 38
Stichtelijke bijbelstudiën. Tweede bundel.
34 huii ooren zwaar, en sluit hun oogen, opdat het niet zie, noch hoore, noch versta, noch zich bekeere, en Ik het geneze." Een ontzaglijke uitspraak, die niet slechts voor het Oude Verbond, maar
maak
blijkens Jezus' eigen
woord ook voor de bedeeling des Nieuwen
geldt,
„Tot de scharen spreek Ik door waar Hij zijn jongeren zij ziende zien en niet bemerken, opdat zij niet gelijkenissen, opdat en hun zonden hun vergeven worden." bekeeren te eeniger tijd zich (Mark. 4> 11, 12). Slechts dit verschil bestaat tusschen Oud en Nieuw Verbond, dat de brandende, ontzagwekkende tegenstelling zich na de verschijning van den Christus meer in zijn persoon heeft geconcentreerd. Niet meer de prediking van het Woord, maar het vleesch geworden Woord is, na de kribbe van Bethlehem, toetssteen des eeuwigen levens geworden. Hij is daar. Hij is in de wereld. Die wereld moet met Hem rekenen, en of die wereld wille, dan niet wille, aan Hem, aan zijn persoon moet ze openbaar worden. Haar verhouding tot Hem bepaalt en beheerscht haar toekomst Hij is, met zijn komen zelf, gezet tot een val en opstanding Hij is, door zijn optreden zelf, de steen, die verplettert op wien hij valt, en vermorzelt al wie tegen hem aanvalt. Zijn persoon wordt in het hart, door het woord en op de lippen zijner apostelen de wereld ingedragen, zoodat, waar zij zijn. Hij is, van tweeën een: tot een reuke des levens of een reuke des doods. Neutraliteit is tegenover Hem ondenkbaar en onmogelijk. Die niet voor is, die kiest tegen. De oude tegenstelling van vloek of zegen is in Hem tot haar voleinding gekomen. Hij is in zoo beslissenden zin toeroept:
:
"
het
oordeel
der
wereld,
dat elke schakeering zelfs voor de majesteit
van zijn persoon verdwijnt. Hieruit volgt, dat den Christus in het hart, door zijn optreden of zijn woord, in eenigen kring of tot eenig hart te brengen, spelen wordt met vuur, zoo dikwijls het zonder ernst en bewustheid geschiedt. Elke levenskring, en evenzoo elk menschenhart, verzwaart zijn oordeel door, na van den Christus gehoord te hebben, niet voor
Hem
te
kiezen.
hiervan dan af te scheiden, dat wie een ander van den Christus doet hooren, voor hem oorzaak worden moet, 't zij dan van en hierin ligt het ontzijn toebrenging tot den Heiland of ... zijns oordeels tegenover van verzwaring den Heere. zettende, al het bezitten, is ook maar in de prediking van Den Christus te derhalve een ontzettende verantwoordelijkheid zelfs laadt zijn Woord, eenvoudigste. op den Die verantwoordelijkheid is de man van geweten zich bewust; de gewetenlooze niet. De gewetenlooze neemt de hem toebetrouwde peerleu en werpt ze Is
het
.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896
Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's