Sociale hervormingen - pagina 400

388 de gangen welke daarvan deel uitmaken, voldoende verlicht moet zijn.

Art. 102. Toepassing van dit voorschrift zou ten gevolge hebben, dat de huisarbeid bijkans geheel vernietigd werd. Waar zulks door de Regeering niet wordt gewenscht, meenden sommige leden in ernstige overweging te mogen geven de bepaling in dier voege te wijzigen, dat de beoordeeling van de noodzakelijkheid om wijziging te brengen in de inrichting der hierbedoelde deuren aan den bevoegden ambtenaar worde overgelaten. Van andere zijde werd opgemerkt, dat wijziging niet noodig is, aangezien reeds krachtens art. 247 vrijstelling van het hier gegeven voorschrift kan worden verleend.

Ontbrekend art. 104. Het ontbreken van dit artikel zal vernummering van alle volgende artikelen noodig maken. De wensch werd uitgesproken en algemeen gedeeld, dat daartoe niet zou worden overgegaan vóór de tweede lezing van het wetsontwerp, aangezien de behandeling anders moeilijkheid zou ondervinden. Enkele leden gaven in overweging, het bezwaar te ondervangen door de bepaling van het laatste lid van art. 103 in een afzonderlijk art. 104 op te nemen. 105. Enkele leden meenden, dat het hier gegeven voorook behoort te gelden voor bergplaatsen welke niet bij eene fabriek of werkplaats behooren. Door anderen werd betwijfeld, of de bepaling, wanneer haar zoodanige uitbreiding werd gegeven, niet zou treden buiten het kader van het wetsontwerp.

Art.

schrift

Sommige leden meenden, dat de bij dit artikel gestelde hoewel die op zich zelve geenszins werd afgekeurd, te hoog is, nu die, ingevolge het bepaalde bij art. 251, ook van toepassing zal zijn bij de huisindustrie. Men herinnerde hierbij aan toestanden als b.v. te Tilburg en te Amsterdam, waar in tal van kleine weverijen en sigarenfabriekjes huisarbeid wordt verricht. Wel zal de bepaling van dit artikel geen toepassing vinden op hetgeen voor het inwerkingtreden der wet is of wordt gebouwd, maar ook na dien tijd schenen voor inrichtingen als zooeven bedoeld, voorwaarden als b.v. die, dat aan een schoorsteen geen hout mag aanwezig zijn, te veeleischend. Art. 106.

eisch,

Art.

107.

Het werd door enkelen minder

juist geacht, dat in

van „rook geleidingen en toestellen, waardoor warmte wordt voortgebracht of verspreidt" en vervolgens van „deze rookgeleidingen en inrichtingen." Art. 11, onder 2, van iiet Veiligheidsbesluit, waaraan deze bepaling is ontleend, spreekt op beide plaatsen van „rookgeleidingen en inrichtingen." dit

artikel

eerst

sprake

is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen