GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Honig uit den rotssteen - pagina 189

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Honig uit den rotssteen - pagina 189

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

175

Maar en

niet

dat

is

de menschenkennis, waar Gods

Woord op

doelt,

die als instrument voor de kennisse der zaligheid ons wordt aan-

geprezen.

Neen,

die

door

God ons gegeven menschenkennis en die geen God en uit Gods Woord leeren kan, is van

schepsel anders dan van die aardsche, wereldsche

menschenkennis

ganschelijk onderscheiden. Deze goddelijke menschenkennis

én

in

wezen

én in doel

toch vraagt volstrekt niet in de uan dezen of genen mensch bijzonder eigen is, maar naar hetgeen aan alle menschen gemeen is. Niet naar zekere plooien in zijn gelaat of lijnen in zijn natuur of trekken in zijn karakter, maar naar zijn innerlijk wezen, naar zijn bestaan en den grond van dat bestaan, naar zijn natuur en aard als mensch, naar zijn manier van zijn en de verhouding zijner ziel tot den Eeuwige. Dat gaat das dieper; veel dieper; tot op den bodem. Maar dat strekt d;i.n ook niet tot kitteling van eigendunk of prikkeling van eigenwaan, maar werpt hem integendeel neder. Wat ge bijzonders hebt, maakt u interessant; daar spreken de menschen over; dat vindt men, ook al is het minder loftelijk, toch opmerkelijk en soms zelfs aardig; en doordien dat anderer belangstelling wekt, groeit gij er zelf in, en vindt u met die soort zelfkennis verre van verlegen. Maar van. al dat interessante en aardige weet de goddelijke menschenkennis, die naar het wezen vraagt, niets. Zoo als Gods Woord u een mensch bloot legt, is er niets, volsirekt niets interessants aan hem, maar slechts innerlijke verbreking, teleurstelling en zelfontzinking. De menschenkennis, die Gods Woord ons leert, is van den aanbeginne tot den einde één wegnemen van nevelen, van droombeelden, van illusiën, van schoone voorstellingen, van betere ideeën, die we ons van den mensch als mensch gevormd hadden, en die nu stuk voor stuk, één voor één, als zeepbellen uiteenspatten, en niets achterlaten dan een gevallen grootheid, een wilden, woesten bouwval, een haard vol heeten hartstocht, bron van ongerechtigheid, gisting, koking, werking van het vleesch. Van het vleesch, wel te verstaan, niet in den zin van „vleesch en bloed", neen maar van vleesch, als uitdrukking voor uw heele menschelijke persoonlijkheid, die geest worden moest, maar vleesch wierd, en nu „naar lichaam, ziel en geest" inzonk, brak, verbasterde en ontaardde, en daarom zondig in zijn diepsten grond wierd; niet alleen naar het lichaam, maar ook naar de zielskrachten van uw rede, wil en gevoel ja zelfs ook, en even zondig, in uw geestelijke zelfwerkzaamheid, onverschillig of ge die deugdsbetraohting of vroomheid noemt, en die, hoe ook betiteld, uit u voortkomend, zelfs onder de fijnste vormen niets anders is dan verheffing, opwelling van het hart, hoog van u zelf denken, hoovaardij. eerste plaats naar hetgeen

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Abraham Kuyper Collection | 330 Pagina's

Honig uit den rotssteen - pagina 189

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Abraham Kuyper Collection | 330 Pagina's