Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 10
college-dictaat van een der studenten
LOCUS DE PROVIDENTIA.
iO
eenheid,
enz.),
ook
toch
die
een speciale toehchting voor zeggen,
disten niet
we op
dat
namen
steeds
de
Schrift
rechtstreeks
een denkend wezen
woord
volgen,
om
nu
De Gereformeerden waren minder bekrompen in we geloven niet alleen datgene, wat in maar ook, wat er logisch uit volgt, wijl God :
welke consequenties logisch
die weet,
is,
bovendien
ons
Hij
terwijl
den drang
zienigheid"
staat
dan
anders
eenigszins
het
uit Zijn
gegeven
gaf een hoofd, dat logisch denkt,
logische consequenties te trekken).
staat
dus
is
(De Dooperschen en Metho-
?
geen woorden mogen gebruiken, die
wijze
standpunt
dit
de Schrift voorkomen, waarom
in
woord noodig
deze
de Schrift voorkomen.
in
en
en
niet
dit
Met
het
woord „voor-
met die andere woorden.
om twee gelijke instellingen doop saam te vatten, welke laatste woorden dan beide in de Schrift voorkomen. Zoo komt eveneens het woord Drieè'enheid in de Schrift niet voor, maar het dient in de dogmatiek ook weer om de drie begrippen Vader, Zoon en Heilige Geest met één naam te noemen en onder één begrip saam te vatten, terwijl die drie componeerende deelen Vader, Zoon en Heilige Geest in de Schrift gedurig genoemd worden. Het woord Het woord Sacrament
v.
b.
avondmaal onder één
en
Voorzienigheid nu
dat
ongetwijfeld,
is
het dus afzon-
begrip „Voorzienigheid"
het
in
de
Het verschil tusschen de Schrift en de Dogmatiek nu komt
Schrift voorkomt.
ons wel openbaring maar geen leerstellingen
neer, dat de eerste
hierop
we moeten
geen gecomponeerd begrip en
is
Het
bezien.
derlijk
wordt gebruikt
hoofd
geeft,
opgenomen in ons bewustzijn en uitgepassenden vorm. Zoo ook is het begrip „voorbracht in een voor dat bewustzijn zienigheid" wél, het woord niet in de Openbaring te vinden. Nemen we b. v. de woorden des Heilands „de haren uws hoofds zijn alle
terwijl
de Dogmatiek
die openbaring,
is
formuleering maar teekening, heilige kunst om van menschen wezen op te klimmen tot Gods voorzienigDe mensch telt zijn guldens, waar hij waarde aan hecht, zoo is voor heid. God het nietigste van uw wezen van zooveel belang, dat, evenals de mensch
dan
geteld" uit
is
geen
dat
het nietigste van
God
zijn geld.
Vergelijken
vogelen
des
muschjes,
spraken
„het
wordt
ten
of
voor hart
wat
die
één der
van
niet
niet alleen
de starren aan 'het firmament
Christus zegt omtrent de leliën des velds
verzamelen
maar
penningske verkocht
koningen
wie
één
kwade wendde)
overdenkt
zijn
enkele
blik
de
leidt
weg maar de Heer
gedachtengang over
te
die
God voedt
het
Heer
gaan
bestuurt :
lot
als is
de
uit-
van oos-
is
des ganschen volks ten
een waterbeek"
van den Heer"
zijnen
telt. ;
twee
de
;
worden en zoo ook de
(men bedenke, dat hier sprake
den schoot geworpen maar het beleid
in
anderen
de haren en
verder,
hemels,
tyrannen,
tersche
goede
die
zelfs
we
's
gang"
;
en,
;
;
„het lot
„de mensch
om
in
een
Spreuken „Rijken en armen ontmoeten
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's