Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 70

:

LOCUS DE PROVIDENTIA.

70

gedachte aan den Eersten Persoon op den voorgrond treedt.

3

Ef.

wijl er staat

op dien

Kaaxrw rx

yj/.p'v

''i^oL 7ry.(TX

TIxt),p tcü

i

TTxrpix'v oipy.vi^g

Kitpiou

in

als Trxrpix d.

ccn

{7rxTr,p is of uit

„alles.

i.

andere,

mag men

Zoeken we

Dit

dit blijkt hieruit

;

20. wijl er

;

met terugslag

paterneele verhouding

vertaling

:

„geslacht"

wijze, bestaat

voortgekomen.

is

Persoon meer op den voorgrond treedt dan de

moet echter steeds gedacht worden

de creatio van

bij

als coöperatie.

de Schrift de teksten, die op den Eersten Persoon betrekking

in

hebben, op, dan doet zich geen moeilijkheid voor, vergel. Rom. 11

den naam

phaenomena

de

in

H.

Schrift

onderscheiden tusschen de verschillende

werk der Schepping en der Voorzienigheid. 'Ek, daarvoor (cf. behalve Rom. 11 : 36 ook / Cor. 8 :

in het

de grondslag

is

eveneens de onderscheiding der Personen wordt aangegeven). kwestie,

of

de

in

H.

Schrift

is

Neemt men

die

drie praeposities als de drie zijden

voor de Providentia volkomen uitgedrukt

op den Vader, de Bron, waaruit het

ZK ziet

Er

Sey.

en

£;V

waar

6,

dus geen

is

gefundeerd een onderscheiding tusschen de

verschillende zijden, de verschillende relaties in dit werk

zijn die

36 voor

:

TlxTr,p.

wordt ook

Er

is

niet

is

personen en dieren, waabij

alle

spreken, zooals de catechismus dat doet:

den Vader, enz.

Kuphu

Hier WOrdt

óy:,^yX^tTX'..

wat geslachtswijze, op paterneele

zin nu, dat de eene

dien

De

De

voortgekomen)" dus

generatie de een uit den ander

In

yrc

en dat isa\,'water\n paterneele

Trxrpix

den hemel voorkomt.

7rxTr,p ïs

we ook:

Dit zien

Trphg rhu Tï/.rhy- to'j

X/:^o-rov

welke wordt veroorzaakt door generatie.

zoo vol

fMo-j

y.7.1 [ttI

n/n'^v 'Iyjto'j

wordt gesproken van de

Ylxr/jp

verhouding op aarde en die,

uit

yi-jxTx

Uxr^p genomen voor den Eersten Persoon

klaarblijkelijk 10.

Toiroj

;

\pt(TTTj,

'WiTo-j

r,[u.'\iu

15

14,

:

Sióf.

op den Zoon, door Wiens werking het

c''c

op

den H. Geest, omdat van

Hem

tt'^.:,

('>:;

Bix; dq;).

de onderscheiding:

in

zijn,

Gods

van het werk Gods, dan

de essentia, het

'6ti',

het hoe van het zijn;

de impuls uitgaat

(Hij

de

is

vis

im-

peliens), die al het bestaande naar zijn einddoel heendrijft.

Intusschen hebben we het S'.x en tig nader toe te lichten. Het .V. is duidelijk genoeg -- het undenam, dus poneert alleen de essentie der dingen. Dit is over-

eenkomstig den (cf.

Ef.

3

:

14,

van

aard 15)

d.

w.

den z.

in

Eersten

Hem

Persoon en is

ligt

in

den naam Uxrr.p

de Bron des Levens, waaruit alles

komt. a.

ding

A'.x,

we moeten

bestaat

en

de

onderscheid maken tusschen het wijze, hoe het ding bestaat.

wordt het hoe der dingen bepaald?

Door hun

daardoor, dat alle zijn de belichaming dat

niet

zou

zijn

de

is

Nu

zijn als

en het

'ïn is

7r''->g

de vraag

:

,

dat oen

waardoor

zoodanig? Neen maar ;

van een gedachte, een

belichaming van een gedachte, zou

Een ding, anders wezen

idee.

niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen