Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 30
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Providentia.
30 bezitten taal, d.
we op geen w.
aard
een
een
z.
Dit
inkleeden.
is
Wij menschen toch ontvangen,
zaak.
der
die wij gebruiken voor ons
taal,
Gods werken
over
spreken
Al ons spreken daarover geschiedt in analoge
enkel terrein.
werk maar waarin we het
geen toeval maar als wij
in
den
geboren worden,
niet
ligt
Deze eenigszins platte wijze van uitgeven, dat we verwerpen de voorstelling vooral
maar een leeg bewustzijn.
gevuld,
om
drukking dient
aan
te
van
Descartes, omtrent de ideae innatae (aangeboren begrippen), welke wijs-
geer
aanneemt,
langzamerhand
dat
we geboren worden met
tot voorstellingen
van de wereld afgescheiden en alleen gevuld bewustzijn komen.
van
Plato,
dingen
alsof
we
zoo
een
hier
een arsenaal vol begrippen, die
waren we terstond na onze geboorte opgegroeid, dan zouden we toch tot een
komen
:
Ook moet afgesneden worden de
verkeerde theorie
reeds vroeger hier boven leefden en ons begrijpen der
ware van wat
herinnering
we
wisten maar
vroeger
vergeten waren door den overgang tot ons tegenwoordig bestaan.
Hiertegenover stellen
wij, dat het
bewustzijn ons wèl als instrument
maar dat ons het komen
in
onze
tot afspiegeling in
menschel. schepping gegeven is, ons bewustzijn van daar buiten staande dingen door middel van dat instrument alleen mogelijk
is
door hetgeen van buiten af
in
ons bewustzijn inkomt.
Dit
waarop alles maar geschreven wordt of een collodion-plaat, die slechts afspiegelt, want dan ware het verband tusschen ons bewustzijn en die beelden mechanisch. Al moet dus de theorie bewustzijn
daarom echter
is
niet
wit papier,
der aangeboren begrippen en de zoogen. herinneringstheorie bestreden worden,
toch
is
in
geschapen
den menschel. geest een mikrokosmos en de Logos, die alle dingen heeft en beheerscht, staat in organisch rapport met onzen eigen
Voor onze begripsvoorstelling zijn we dus afhankelijk van de openbaring Gods in den kosmos. Ook, waar we over de mysteriën handelen, staan we
geest.
dus niet buiten de kosmische mededeelingen (dat zou voor ons onverstaanbaar
worden) maar waarin analoge
in
God ons taal,
en door den kosmos hebben toespreekt, waarin wij
Hem
we Gods
openbaring.
De
beluisteren en aanroepen,
ontleend aan ons menschel. leven.
Dat
dit
mogelijk
is,
is
taal,
een
verklaart
naar Gods beeld. Waren we geschapen als aan God vreemde wezens, bestond er geen verwantschap tusschen God en ons bewustzijn, dan waren Zijn en ons wezen gescheiden. Evenmin als wij een dier of plant zich uit onze schepping
verstaan, zouden wij dan
't
leven en bewustzijn
Gods
Nu
verstaan.
wij echter
Gods beeld geschapen zijn en in ons zelf een analogie van het leven en bewustzijn Gods gegeven werd, nu is het mogelijk, dat, wat archetypisch in God is en ectypisch in den kosmos uitgedrukt werd ons tevens de taal geeft, naar
waarin die
we
dingen
over
God
en Zijn mysteriën kunnen spreken.
ons worden toegelicht,
zijn
Waar
in
de H. Schrift
aldus de voorstellingen en begrippen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 30](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's