Pro rege - pagina 435

SAMENHANG MET HET LEVEN.

429

wordt geestelijk van aard, en begint aan het leven Gods ver-

het

wantschap

Goddelijk tegelijk

Het dier

geestelijke wereld.

mysterie

vorm

het

op,

Christus in

in

waardoor het én

Al die overgangen van lager

is.

alleen door een inwerking

den mensch, de Christus

schepping van

het

een bijzondere orde

dier,

in

tot

niet uit het dier,

is

is niet uit

Telkens weer treedt het mysterie

Gods

in.

de geschapen

Het afzonderlijk

schepping van de plant, een eigen mysterie

de

in

treedt

slotte

de plant, de mensch

niet uit

is

niet uit

is

ten

Koninklijken

komen dan weer

naar hooger,

de engel

dien

in

menschelijk én

stand.

En

vertoonen.

te

hoogeren,

dien

in

de

de schepping van

engel en mensch, en zoo ook een onderscheidenlijk mysterie in de

Vleeschwording mysteries sluit

Er

aan. plant.

het zelf

geen

is

In

van

God

van het

leven

den mensch

Woord, maar

deze

heel

in

van

reeks

keer op keer het hoogere aan het lagere dier,

dan door het leven van de

aansluiting aan het dierlijk leven. Tusschen

is

mensch en engel bestaat samenhang, en de Christus

verschijnt niet,

dan door het aannemen van onze menschelijke natuur.

De

heerschappij

die

de

Christus,

hebbende

als

hoogste, het onwankelbare leven, uitoefent,

van

uitwerking die is

organisch

een

opgelegde

heerschappij,

uit

dien hoofde geen

maar een heerschappij,

vanzelf door heel de schepping heentrekt. Zijns

en

onwankelbaar Koninkrijk,

gevormd en

is

in zichzelf het

opgelegd

juist

omdat het

maar wortelt

is,

niet

in zijn leven

uitwendig

en door

dit

hoogste leven vanzelf over alle leven van lagere orde heerschappij voert. gereikt,

Het

niet

is

opdat

hij

een

Bij

de

oefent,

al

het

heerschappij

heerschappij geeft

die

aan

uit-

Voor

het beeld: //e/ hoofd van het lichaam.

nu die ons hoofd over onze ledematen

ons hoofd geen

heerschappij

zich onderwerpe.

andere aan

blijft

uitwendige

maten, die onze ledematen, door hun wil

de

den Christus wordt

door de macht van dien scepter, met betoon van

uitwendige overmacht,

hem en voor zijn

scepter

uit-

bevelen aan onze ledete

buigen, opvolgen, maar

van onze hersenen over onze zintuigen, en over

onze ledematen, gaat vanzelf en gaat inwendig

toe.

Als het hoofd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen