GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een geloofsstuk - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een geloofsstuk - pagina 9

Rede ter inleiding van de 32ste jaarvergadering der vereeniging voor hooger onderwijs op gereformeerde grondslag saamgekomen te Haarlem op 4 juli 1912

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN GELOOFSSTUK.

te

doen, dan onze Antirevolutionaire Kamerclub aan

sporen,

te

om

voorloopig niet anders dan voor het beginsel der Vrijmaking van

Hooger Onderwijs op

het

komen, en

te

dit beginsel

helpen

te

vastleggen in de wet.

maakte

Daartoe

op 20 Maart

'74

onze club zich dan ook op, en ook

was

ik

ook

ik,

want

de Kamer gekomen, hunkerde

zelf in

reeds naar het oogenblik, waarop ik ook zelf voor die vrijmaking mijn

lans zou

Maar

kunnen breken.

toen op 8 Maart

zie, juist

1876 de gewichtige discussie over het wetsontwerp beginnen zou,

schenen op eenmaal de donkerste wolken zich boven ons samen te

Immers, op dien dag

pakken.

het

zelf,

man van wetenschap ter voor Groen van Prinsterer spreidde men lid,

was zoo roerend aan-

Willem van Loon, het eenig Kamer-

grijpend, stierf plotseling Jan

dat ons als

was

aan allen

nemen Niet

twee weken

ik reeds

parlementairen

naar

En wat

arbeid

mij zelf be-

voren genoodzaakt geweest, mij

te

buitenland.

het

Dan,

staan.

reeds toen het ziekbed,

dat kort daarna, zijn sterfbed zou worden. treft,

kon

zijde

en

onttrekken

te

niets

In

kon

ik

de

wijk

te

meer helpen.

lang meer of alle lectuur zelfs werd mij ontzegd, voor alle

pen

schriftuur viel mij de ik toen

Vooral toen de doffe nagalm van Groen's

doorgekropen.

sterven tot mij

angst omsloeg.

de hand, en zielsbange tijden ben

uit

kwam, beving

mij een verlatenheid, die in

zoo werd

Ja,

ik

ware

ziels-

aangegrepen, dat mijn zenuwarts,

Dr. Ramaer, het met mij opgaf en zelfs weigerde, mij verder van consult letterlijk

ting

te

een

als

rusteloos

van een uitweg

En

dienen.

in die

bange dagen nu was

nachtmerrie de idee van de Universiteitsstich-

bleef

kwellen.

Het was altoos

Vrije Universiteit, dat zich in mij als

kon

Het moest, en

vinden.

Vrijmaking was

het, dat mij

er.

Het stond nu

in

ik

kon

weer dat

ideaal

verwrong en geen

niet.

De

winst der

de wet, dat wij een eigen

Universiteit stichten konden, en zie, die winste bleef ongebruikt.

Een gedachte, tot mij

die te pijnlijker

begon

kwam, hoe met Groen van

Antirevolutionaire actie in

dan ook, na anderhalf

't

te

kwellen, toen het gerucht

Prinsterers' sterven geheel onze

land scheen te verloopen.

jaar in

den vreemde

te

Toen

ik

hebben omgedoold,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's

Een geloofsstuk - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 36 Pagina's