GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zions roem en sterkte - pagina 113

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zions roem en sterkte - pagina 113

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN HET GELOOF. Gods zonder ons toedoen

in

105

ons gewrocht.

In

welken

zin

de

Logici dan onderscheiden inter habitus infusos, et studio adquisitos, in hebbelijkheden die ons ingestort, of door oefening verkregen

worden. Vraag. Hoe merkt gij het geloof verder aan ? Antw. Als eene hebbelijkheid der ziel, omdat het geloof eigenlijk en alleen zijn zetel heeft in 's menschen ziel, hoewel het lichaam in de belijdenis en betooning des geloofs dadelijk mede•

.

.

Rom. 10 10. Met het hart gelooft men tot rechtvaardigmet den mond belijdt men ter zaligheid. Vraag. Moet het geloof gebracht worden tot de gansche

werkt,

:

heid, en • .

.

of alleen tot een, of ander van haar vermogens, verstand, wil of macht om naar buiten te werken ? Antw. Het geloof is de oorsprong van alle geestelijke levende daden in de ziel zoo moet hetzelve tot de geheele ziel, met al hare vermogens worden gebracht. Daarom zegt Paulus dat Christus door het geloof in onze harten woont, Ef. 3 17. 1. Tot het verstand behoort het geloof om de goddelijke waarheden te begrijpen, te onderscheiden, toe te stemmen, waarachtig en goed te oordeelen. 2. Tot den wil om tot het goede gedreven te worden, dat te ziel,

;

:

begeeren, te beminnen en te volbrengen. 3. Gelijk dan ook tot de macht om naar buiten te werken, en het lichaam in de dadelijke betooning van het geloof in den wandel te doen medewerken. Even als de oorspronkelijke gerechtigheid, en het beeld God in verscheidene vermogens der ziel plaats had.

Welke

Vraag.

zijn

de

daden des geloofs,

hetzelfde

uit-

makende? Antw. Doorgaans worden er drie opgeteld, namelijk kennis, toestemming en vertrouwen. Vraag. Hoe bewijst gij dat tot het geloof kennis behoort? Antw. 1. Omdat het geloof door kennis beschreven wordt, 11. Door Zijne kennis zal Mijn knecht de rechtvaardige, Jes. 53 velen rechtvaardig maken. Verg. Joh. 17 3. Dit is het eeuwige leven dat zij U kennen den eenigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. :

:

Vraag. Antw. te weten

Hoe verder

? Uit de manier

waarop het geloof in ons gewerkt wordt, uitwendig door het hooren en lezen van Gods woord, Rom. 10 17. Zoo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het woord Gods. Inwendig door de onderwijzing van Gods Geest, Joh. 6 45. En zij zullen allen van God geleerd zijn, een iegelijk dan die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij, hetwelk wederom zulk eene kennis veronderstelt. 3. Uit de belijdenis des geloofs, die in het geloof noodzakelijk is, Rom. 10 10. Indien gij met uw mond zult belijden den Heere 9, Jezus, en met uw hart gelooven, dat Hem God uit de dooden heeft 2. :

:

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's

Zions roem en sterkte - pagina 113

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's