Openingsrede voor het 2e Christelijk sociaal congres - pagina 10
wijt, dat wij
zien
van
alles,
waarin wij
in
die
tot het
kwart-eeuw
nuchter
zijn tekort
Maar zonder die aanklacht kunnen wij niet verder, open oog voor hetgeen ons ontbrak en voor de wij in onzen menschelijken overmoed begingen,
geschoten.
zonder het fouten, die
kunnen
elkander doen, een opwelci^ing
wij niet als broeders in het geloof eerlijk tegenover
elkander staan, veroordeelen wij reeds
bij
voorbaat de ern-
woorden, die straks gesproken zullen worden, tot ijdelHoe menigmaal is reeds de Naam des Heeren een aanfluiting geworden door onze handelingen. Laten wij zorgen, dat althans van dit congres gezegd kan worden: er ging een levendmakende geest van uit, het ont-wikkelde een sterke belofte voor de toekomst van ons maatschappelijk leven. Wanneer het ons aller waarachtige bedoeling is, hier stige
heid,
bijeen
te
Gods en
zijn,
om
het
uit
te
spreken, dat het Koninkrijk
waarvan de Bergrede spreekt, ook maatschappelijk gezocht moet worden, dan past ons allereerst een woord van verootmoediging om wat wij nalieten te doen, een woord van vermaning om de fouten, die wij begingen, en een woord van waarheid tot elkander, Zijn Gerechtigheid,
dingen mogen zien, zooals ze werkelijk zijn, mede door onzen arbeid in verkeerde richting geworden zijn. Wij moeten geen ijdelheid zoeken, maar reaal-politiek drijven in den meest geheiligden zin. En als wij tot de waarheid willen komen, die wij zeggen te zoeken voor het sociale leven, dan moeten wij beginnen, niet blind
opdat
hoe
en
te zijn
Ziet,
wij
de
ze,
voor den leugen van ons publieke christelijke leven. wij vonden met elkander op het vorig congres
—
hoe lang reeds geleden!
—
de „fout in den grondslag
zelf
ons maatschappelijk samenleven". En moet nu geen schaamte ons aangezicht bedekken, wanneer wij overpeinzen hoe rustig wij ons bij die samenleving hebben aangepast; hoe zonder toorn tegen de overheerschers door het barre
van
geld, wij heenschreden tusschen de scharen der verdrukten;
hoe onaangetast wij lieten den plutocratischen troon van de „oppermacht van het geld", en hoe wij, ons aandienend als Christus' legerscharen, slechts ons keerden tegen wat uiterlijkheid evenals de
aanhangers van het atomistische libera-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's