Eudokia - pagina 16
10
krankenhuis wezen wil, kon Eudokia niet wezen.
Het is niet de maar de Christus Consolafor, die hier de kranken tot zich roept en zegenend de handen over hen uitstrekt. Doch dan komt men ook van zelf voor het snijdend dilemma te staan: humaniteit
Mag
wie
alleen
meester worden
gelooft te
gelijk
wij gelooven, hier als medicijn-
hulp geroepen, of mag, als
't
moet, het heilige
Meer nog: ook aan de patiënten een recht van medekiezen worden toe-
geloof en de medische treffelijkheid wordenfgeschift? zal
gelaten? Dat de stichting zelve, voor zoover ze er zich de kans
geboden ziet, voorkeur geeft aan v^at in geestelijke homogemet haar leeft, behoeft nauwelijks gezegd, en te vuriger stijgt van 't ziekbed op, zoo wat in Christus vereenigd was, dank de macht tot redding van de ziel en de macht tot redding van het lichaam, ook in den arts één is. Reeds moeilijk nu kon hierop bevestigend geantwoord worden, omdat het aantal artsen onder de geloovigen, naar evenredigheid van de bevolking, in het pertoe
niteit
centage zoo laag staat.
God
lof,
't
betert.
Als ik terugdenk aan
jonge jaren, hoe toen de pi'oportie was, dan
mijn
zoo
geklaagd,
sterk
Thans schoof
dit
ik
van
nauwelijks
percentage beneden de
is
het niet te
één op de 40 gewaag. helft
van
dit cijfer.
Ook
zóó echter blijft er toch druk. Rotterdam was ook in dit opzicht zeldzaam gelukkig, dat 't nog op tal van geloovige artsen mocht roemen, maar toch mag, zelfs met de Schrift voor oogen, niet staande gehouden dat voor medische hulp, nooit anders dan wie
met u mee
Ge
ziet
bidt, toelaatbaar is.
het
aan
Hiram
en Salomo.
Het gold voor Salomo
bouwen op Sion van den heiligen tempel voor Jehovah. Daarvan althans, zou men zeggen, had Israels koning alle on-
destijds
't
heilige hand dan toch moeten afhouden. Alleen wie met Salomo Jehovah eerde, had bij den bouw mogen zijn toegelaten, en geen kunstenaar of bouwmeester van paganistische doling had hierbij Te meer zou ons dit zoo in Salomo's dienst mogen komen.
kunnen toeschijnen, omdat 't bij de samenstelling en oprichting van den Tabernakel in de woestijn zoo en niet anders toeging. Daar traden, Bezaleël en Aholiab op, twee geloovige zonen Israels,
die van
de Egyptische kunstminnaars en architecten scherp
hun bouwkunst hadden afgezien, Geest bezield
en geleid werden.
en nu bovendien door Gods Dit nu kon toen niet anders,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 42 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 42 Pagina's