Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 278

DE SOUVEREINITEIT.

270

man van

eiken Calvinist, en

door elk

met

geloochend

alle beslistheid

van

Souvereiniteit

eenige

dieper religieusen geest, steeds

Het

is.

Christus

is

voor de volstrekte en geheel dat de

kerk,

Zijn

in

martelaars

reeds in de dagen van de Romeinsche keizers hun bloed hebben ge-

Toch

stort.

te zeer,

al

om

gewend,

den

Kerk van Christus 1618/'19

in

Kerken

de

zijn

Overheden ook

doen heerschen. Zelfs op de Synode Overheid

maar

dit heilig erf,

volstrekt

te

aan-

in

de

Dordrecht

niet geheel vrij.

Kerk openlijk optreedt, gebouwen, stichtingen en zooveel

Zoodra de beschikken,

en vooral over zeer belangrijke middelen moet kunnen

heeft

de Overheid het altoos

meer gevoelige wijze aan de volle

of

en

Vorsten

der

scepter te

de

liet

meer behoeft,

om op min

haar macht,

in

vrijheid der

Kerken afbreuk

te

Doop- en Trouwplechtigheden zijn de Kerken zelfs nu nog Maar al is dit zoo, de souvereiniteit eigen kring kan voor de Kerk daarom toch nimmer principieel^ ge-

doen.

Bij

niet in

de Geschiedenis ons, ook op

toont

welke pogingen steeds weer van Overheidswege

zooals het behoorde.

vrij,

worden.

loochend

Waar

is

alleen, dat

op dat publieke

terrein verschijnt en dat

de Kerk ook op het publiek terrein

de Overheid zoo wat

nimmer geheel van zeker medezeggenschap

politie als financiën betreft,

kan afzien.

§

Het

8.

Dit

terrein

zelfde

van het Gezin.

geldt nu,

zij

't

al

in eenigszins beperkter zin,

het leven van het Gezin, met inbegrip van

opvoeding.

van

king

Het Engelsche zeggen een

grondwaarheid,

:

't

My home

ook voor

lager schoolwezen en de is

waarop geheel

my het

castle,

is

uitdruk-

maatschappelijk

saamstel rust. Menschenrecht, buurschapbelangen en zooveel meer moeten

ook

in

zelf

gehoorzaamt aan

het

Gezinsleven

geëerbiedigd worden, maar het Gezinsleven

eigen

wet,

en

wel

aan een wet, die niet de

maar God over het Gezinsleven gesteld heeft. Ons burwetboek moge, wat de verhouding van de echtgenooten, de

Overheid, gerlijk

verhouding tusschen

ouders

en kinderen, de regeling der erfenis en

zooveel meer betreft, artikelsgewijze bepalingen hebben opgesteld, toch is

het

uitgaan,

dat tal van deze bepalingen niet van de Overheid evenmin door de Overheid kunnen gehandhaafd worden.

duidelijk,

en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen