Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 44
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
HET RECHT DAT GOD OP ONS HEEFT.
36
kwam. Stellig zoo men het
werd
opgesteld
gevoelt dit aanstonds,
door een particuliere vereeniging
dat
recht,
statutaire
artikelsgewijze
Men
hier het laatste te kiezen.
is
vergelijkt
met het
In serieuze
schending onze conscientie aanklaagt.
zulke statuten nog zekeren normalen rechtsgrond
maar hiernaast staan en toeval de
recht,
waarvan de
vereenigingen tot
mogen
fundament kiezen,
van andere vereenigingen, waarin men aan
tal
statutaire inrichting ontleent.
gril
Vraagstukken van moreelen
aard nu uitgezonderd, verkeert elk vereenigingslid onder zulke statuten,
en
weet dat ze
hij
opgelegd beschouwt zijn
zulke
sociteits-
of
speeldoozen met rechtsfiguren er
in,
nauwlijks den
vorm gemeen. Het
rechtsfiguur in het verband
men
Laat
dit particuliere
tusschen
scheiden ten
het
recht
Gods
algemeen
Gode
inkomsten,
men vaak
recht
is
recht, dat
Reeds
de
lezing
mag
heeft,
nimmer meer
schier
het sentiment spreken, en het
gerechtigheid!"
Het
alle
bij
alle
creatuur
rekenen zou
rechten!"
zoo
laten
zijn,
„Ik
loof
wil er niet
louter
met het
meer
in.
men door afgedoold. De
glippen
van
Waarop anders alle
is
U
voor de rechten
veel meer, zijn hier beslissend.
het
recht, dat
Doch
God op ons
toch steunt de rechtvaardig-
zaligmakend geloof de zenuw
vóór
is al
alle recht, allereerst zelfs,
119 Psalm bewijst, hoe geheel
uwe
en
strekt veel verder.
making, die
bij
heeft, te
den
mij
leer
alleen.
dat
standpunt van de Heilige Schrift
dit
God op
op onze bezit-
talenten,
kweeken, maar van een recht Gods De beschouwing over de bedeeling van het
en
;
van
Uwer
niet
Van
dier, beheerscht.
neigingen
God op ons
„Heere,
heeft,
heeft en het recht, dat
Schepper van het formeele rechts-
op ons leven
ja,
niet meer.
bede:
dat
Zijn eere als
de vroomheid
In
geworden
inneming van
dit
God op ons
bijna geheel en al uit de heilige sfeer uitgeschoven. Het
menschelijk
men
dan moet aanstonds worden onder-
recht,
thans zoover, dat er van een recht, dat
philanthropische
hoort
is.
de studie van het recht steeds minder sprake.
in
men
gaat
gewaagd wordt.
mag
Het
hebben ze
Fontein van den rechtsinhoud onthouden, maar bijna
als
en
tingen
recht
van wat de levende
in tin,
op onze personen, op onze krachten en
ons,
/?ef
vereenigingsrecht nu terzijde en komt
het recht, dat
is
Niet alleen wordt
en
namaak
van het creatuur, mensch of
opzichte
zintuig
is al
niemand.
sportstatuten
maar met
Godswege
met het gemeene menschelijke leven
op het gemeene menschelijke ons
Als van
van menschelijke makelij.
zijn
dingen het recht, dat
is,
dan op het
God op ons
feit,
heeft,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's