Ad Valvas 1972-1973 - pagina 251

AD VALVAS ~ A^

7

INTRODUKTIE EERSTEJAARS

Een bijlage van een moeilijke brief

VORMEN VAN ONDERWIJS Het College van Bestuur heeff zich kortgeleden gewend tot alle (sub-)faculteiten en afdelingen met een zeer dikke brief. Een niet gemakkelijke brief ook: afgezien van de moeite nu al te begroten wat voor 1975 nodig zal zijn is het maken van deze begroting zó ingewikkeld, dat er echt een studie apart voor nodig lijkt om iets (zinnigs) op de papieren in te vullen. Men zegt dat er faculteiten zijn, die een extra formatieplaats wensen om aan de toenemende stroom van vragen en ingewikkelde formulieren het hoofd te bieden. In ieder geval is duidelijk, dat gepoogd wordt aan de hand van de antwoorden op de gestelde vragen en de ingevulde staten werkelijk inzicht te krijgen in de situatie van de gehele universiteit en de faculteiten. Een ieder zal daaraan willen meewerken omdat zo een 'eerlijk' beleid kan worden gevoerd. Enfin: de brief heeft één bijlage, die ook buiten het verband van de brief verhelderend werkt. Het is een overzicht met beschrijving van mogelijke vormen van onderwijs. Dit staatje verdient bredere bekendheid: hier volgt het. hoorkollege vorm van onderwas, waarby een of meer docent (en) voor meerdere studenten over een bepaald stuk leerstof een voordracht houden, al dan niet begeleid door lichtbeelden en/of demonstraties (hoorkollege = voordracht, lezing, gastkoUege). capita selecta hoorkollege over gespecialiseerde onderwerpen die niet tot de normale kollegestof behoren. vragenkollege vorm van onderwas, waarbij een of meerdere docent (en) voor meerdere studenten beschikbaar zijn om vragen over een bepaald stuk leerstof te behandelen. Praktikum vorm van onderwijs, waarby stu-

denten individueel praktische ervaring kunnen opdoen met de toepassing van verworven kennis en inzicht, m.b.v. daarop afgestemde hulpmiddelen (apparatuur, proefopstellingen; ook b.v. het zgn. talenpraktikum); daarby is wetenschappeiyk' en technisch personeel beschikbaar voor begeleiding. skin training vorm van onderwas, waarby studenten zich bepaalde vaardigheden kunnen eigenmaken; daarby is een intensieve begeleiding van wetenschappeiyk personeel noodzakeiyk. instructie als voor 'praktikum'; maar meer toegespitst op het leren maken van vraagstukken (toepassing van geleerde theorieën). werkkoUge vorm van onderwys, waarby de studenten in teamverband ervaring kunnen opdoen met het uitvoeren van konkrete opdrachten (ontwikkeling, probleemstelling, genereren, uitwerken, selecteren van alternatieve oplossingen). — Hieronder valt tevens het onderwys dmv zgn. 'cases'. projektgroep vorm van onderwys, waarby de studenten in teamverband ervaring kunnen opdoen met uitvoeren van mede door hen zelf gestelde onderzoekopdrachten. excursie vorm van onderwys, waarby in groepsverband van studenten, stafleden en docenten een studiebezoek wordt gebracht aan één of meer bedryven, instellingen, musea, etc. of in uitvoering zynde Projekten in binnen- en buitenland.

onderzoekstage vorm van onderwys, waarby door één sfJdent of meer studenten in teamverband, een ontwerp of onderzoek wordt beoefend; met periodieke begeleiding van wetenschappeiyk personeel; het werk kan zowel op de onderwysinstelling als in de praktyk (b.v. in de industrie) plaatsvinden. scriptie vorm van onderwys, waarby een student zich oefent in het bestuderen en toegankelyk maken van een bepaalde hoeveelheid literatuur vanuit een specifiek gezichtspunt, dan wel een verslag schryft over een door hem verricht onderzoek. colloquium/referaat vorm van onderwys, waarby een of meer studenten ten overstaan van hun collega's, docenten, stafleden en belangstellende over een door hen gedaan onderzoek een^ voorddracht houden, gevolgd door' een discussie. schrifteiyk examen/tentamen een vorm van onderwys, die de deelnemer (s) gelegenheid biedt in schrtfteiyke vorm bewys van bekwaamheid t.a.v. kennis, inzicht, vaardigheid op enigerlei vakgebied af te leggen. mondeling examen/tentamen een vorm van onderwys, die de deelnemer (s) gelegenheid biedt in mondelinge vorm bewys van bekwaamheid t.a.v. kennis, inzicht, vaardigheid op enigerlei vakgebied af te leggen.

De U.R.-commissle intróduktie eerstejaars heeft het programma voor de Komende intróduktie (eind

SPREEKUUR B.G.D.

Gaarne vestigen wy uw aandacht erop — voor velen mogelyk ten overvloede — dat de bedry fsartsen op werkdagen spreekuur houden van 9.00—10.00 uur. De laatste tyd gebeurt het dlbwyis, dat medewerkers buiten het spreekuur een afspraak willen maken met de bedryfsarts voor niet acute klachten of ongevallen. Daar het programma der artsen weinig speelruimte biedt, verzoeken, wy u dringend zo enigszins mogelyk van het aangegeven spreekuur gebruik te willen maken. Uiteraard is de B.G.D. in urgente gevallen altyd direct te benaderen. B.GX).

Stichting der Nederlandse Universiteiten en Hogescholen voor Internationale Samenwerking

praktgl^tage vorm van onderwys, waarby een student gedurende langere tyd (b.v. tussen 2 en 20 weken) praktische ervaring opdoet in een bedryf of instelling, waarvan een verslag moet worden gemaakt.

augustus-begin september) aan de U.R. voorgelegd en er goedkeuring voor gekregen. Het ziet er als volgt uit: maandag 27 augustus: oproeping toespraak vorming van groepen; kennismaking stad dinsdag 28 augustus: studievoorlichting soc. intróduktie stad

- mo mi av

woensdag 29 augustus: soc. intróduktie soc. intróduktie stad

mo ml av

donderdag 30 augustus: invutasie invutasie invutasie

mo mi av

vrijdag 31 augustus: invutasie invutasie invutasie

mo nu av

zaterdag 1 september: invutasie invutasie

mo mi

maandag 3 september: invutasie soc. intróduktie soc. intróduktie

mo mi av

dinsdag 4 september: soc. intróduktie soc. intróduktie stad

mo mi av

mo

nu av

6 september t/m 16 september: kennismakingstyd studenten (gezelligheids) verenigingen en eventueel andere vervolgprogramma's.

75 NIEUWE if^ll^lüiLf

In verband met de pensionering per 1 maart 1974 van de huidige algemene directeur, roept het Bestuur van de Stichting gegadigden op voor de functie van

VOOR SRVU

KTIE 'TIENTJE TOE' Op het ogenblik wordt er onder de universiteitsbevolking van de vrye universiteit een grote steunaktie ten bate van de SBVU gevoerd, wy zijn ons er terdege van bewust dat we by het voeren van een dergelijke aktie op enkele moeiiykheden stuiten. Het voornaamste probleem zal ongetwyfeld zyn dat op een ieder van u by na dageiyks een beroep wordlf^ gedaan om gul te zyn voor de een of andere aktie. Ons dat ter dege realiserend zyn wij niettemin tot de konklusie gekomen een geldelyke steun van u te vragen. In een tyd waarin door overheidsmaatregelen het gehele onderwysbestel een byzonder moeiiyke tyd doormaakt (kleuterscholen, vormingsdagen, werkende jongeren enz.) en dus ook de Ui»i-'ersiteiten niet buiten schot blyven, is het noodzakelyk te wyzen op het onaanvaardbaar van sommige van deze maatregelen. Een politieke vakbond van studenten verricht op dit terrein haar werkzaamheden. Deze vakbond strydt voor een goed studieklimaat en goede studiemogelykheden in alle sektoren van het onderwys. Doordat zy echter als belangenbehartigingsorganisatie van studenten vooral inzicht heeft in de universitaire verhoudingen, strekken haar aktiviteiten zich voomameiyk uit tot dit gebied. Het voeren van fundamentele diskussies over kollogegeldverhoging, de wet universitaire besituurshei-vorming, het wetsontwerp Posthumus, de planning volgens McKinsey zyn volgens de politieke vakbond aan de VXr, de SRVU, noodzakeUjk om In cUt kader tot een juiste standpuntbepaling te komen. Als politieke vakbond komt de SRVXJ ook door middel van afcties op voor de belangen van de universi-

taire gemeenschap. Ook houdt de SRVU zich bezig met het behartigen van meer specifieke studentenbelangen zoals voorlichting over beurzen, kmderbyslag, huisvesting, redukties, etc. w y dachten door deze korte schets te hebben geïllustreerd dat een organisatie als de SRVU een noodzakelyk element in de universitaire gemeenschap vormt. Daarom is het des te triester dat de SRVU momenteel 6000 gulden over zyn begroting heen Is. Globaal heeft dit de volgende oorzaken: 1. Een onvoldoende integratie van het financiële beleid In het algemene bestuursbeleid. 2. Een gelykblyven van de kontributie gedurende jaren van algemene pry ssty ging. Oplossingen van deze problemen door het voeren van een stringenter financieel beleid (door iemand die zich prakties uitsluitend met financiën bezighoudt) en een verhoging van de kontributie tot 2S gulden (Incl. CJP) zyn slechts van nut voor de toekomst. Als basis voor een gezond financieel beleid is het nodig ook voor dit jaar de begroting sluitend te maken. Het huidige tekort dat byna 6000 gulden bedraagt kan slechts worden weggewerkt door het voeren van eerder gevoerde steunaktie. w y roepen daarom een ieder die ook maar enigszins simpatiseert met de SRVU op een bydrage te storten (waarby we dachten aan byv. een tientje) op giro 323952 t.n.v. de SRVU onder vermelding van 'aktie'tientje toe'. namens de SRVU, Pim Brakenhoff, penningmeester SRVU SRVÜ-barak 483600

De NUFFIC is 21 Jaar geleden m het leven geroepen door de gezameniyke Nederlandse universiteiten en hogescholen, die elk één lid in het Bestuur aanwyzen. Daarnaast zyn de ministers van Onderwys en Wetenschappen en van Ontwikkelingssamenwerking daarin vertegenwoordigd. De NUFFIC stelt zich ten doel het bevorderen van de internationale samenwerking op het gebied van wetenschappeiyk onderwys en onderzoek en van het internationale wetenschappelyke verkeer. zy doet dit: 0 door het ondersteunen van universitaire initiatieven op dit gebied, O door (in de regel samen met andere instellingen) internationale cursussen te organiseren op zeer verschillend terrein; zy draagt verantwoordelykheid voor een tiental instituten en cursussen, 9 door een programma van zestig universitaire projecten voor ontwikkelingssamenwerking te beheren, 9 door studie te maken van problemen op het terrein van de internationale wetenschappelyke samenwerking, 9 door voorlichting te geven in binnen- en buitenland, O door een uitgebreid documentatiestelsel te onderhouden. In de kringen van de NUFFIC vindt beraad plaats over een herstructurering. De aan te stellen directeur zal in de gedachtenvorming en verdere uitwerking een actief aandeel hebben. De directeur staat aan het hoofd van een uitvoerend apparaat, dat uit ca. 70 personen bestaat. (jezocht wordt een academisch gevormde, dynamische persoonlykheld met bestuurlyke ervaring die by voorkeur is opgedaan by een internationale organisatie, in het bedryfsleven of in de universitaire sfeer. Bekendheid met de ontwikkelingsproblematiek en de recente bestuurlyke ontwikkelingen aan de universiteiten is gewenst. De indiensttreding kan worden geregeld in overleg met de gegadigde. Salaris, afhankelyk van leeftyd en ervaring tot ƒ5.355,— exclusief 7% vakantieuitkering, met opname in het Algemeen Burgerlyk Pensioenfonds. De AOW-premie komt voor rekening van de werkgever. z y die voor deze functie in aanmerking willen komen of de aandacht kunnen vestigen op naar hun mening geschikte kandidaten, worden uitgenodigd zich schriftelijk te wenden tot de voorzitter van het Bestuur, mr. Ch. M. J. A. Moons, p.a. NUFFIC, Molenstraat 27, 's-Gravenhage-3003. Telefonisch kunnen nadere inlichtingen over deze functie worden ingewonnen bö de huidige algemene directeur, mr. H. G. Quik, tel. 070-600541.

De Minister had nog wat In reserve; het ging om 23 miljoen gulden, te besteden aan nieuwe personeelsplaatsen, voor geheel universitair Nederland. Elke instelling kreeg om te beginnen ses plaatsen i.v.m. de invoering van een aantal structurele maatregelen, nl. voor taken verband houdend met de uitvoering van de W.U.B., de herstructurering, de problematiek t.a.v. de samenhang WO-h.b.o. alsmede de planningsprocedure. Ook waren er nog enkele preferente claims, die by voorrang moesten worden gehonoreerd. Instellingen die relatief de grootste personele achterstand hebben kregen de grootste aantallen van t daarna nog te verdelen bedrag; in plaatsen — uitbreiding van de formatie — uitgedrukt: RU/Groningen 65; RU/Utrecht maar liefst 90 en de V.U. 75. Hierby werden eerst een aantal correctiefactoren ingebracht in de theoretisohe toerekentngsformaties (zoals dat officieel heet). Verder. K.H,/Tilburg 5 en de 'NEH-faculteiten' van RU/Rotterdam 15, Deze beide instellinèen — en ook Nymegen — kregen bovendien nog enige extra 'verruimingsmogeiykheid' in de vorm van extra geld. Vreugd' alom, na zo'n bericht. Het C.V.B. zegde toe de U.R. in de volgende vergadering een voorstel te doen voor de verdeling van deze mogeiyke uitbreiding over faculteiten en afdelingen. Dat zal nog heel wat hoofdbrekens kosten I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen