GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 219

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 219

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS —4 MEI 1973

20e JAARGANG — NUMMER 30

WEEKBLAD VRIJE UNIVERSITEIT IN GESPREKKEN MET C.v.B.:

VESVU-kongres 9, 10 en 11 mei 1973

SRVU ERKENT ONZORGVULDIG HANDELEN BIJ BEZETTING

HET EKONOMISCH DENKEN IN DISKREDIET

'De Studentenraad VU erkent achteraf op ï februari (begindag bezetting) 'onzorgvuldig' gehandeld te hebben.' Aldus rapporteert het CvB (in een brief aan de ÜR) over de vier post-bezettingsgesprekken die het met vertegenwoordigers van het SRVU-bestuur voerde. De CvB-brlef was onderwerp van behandeling in de UR-vergadering van jl. dinsdag. Voor de goede orde wordt «ij hierbij in extenso opgenomen. Op 5, 8 en 13 maart en op 10 april 31. hebben de heren Van Nes en Brinkman namens het College van Bestuur gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van het bestuur van de SRVU onder leiding van de heer V. H. Rutgers naar aanleiding van de bezetting van het hoofdgebouw van 7 tot 12 februari jl. Deze gesprekken zijn over en weer zeer verhelderend geweest zonder dat zij echter een oplossing voor de erin gestelde problemen hebben opgeleverd. In het hier volgende wordt u een beknopt verslag van deze gesprekken aangeboden. 1. De motieven voor de bezetting bleken in ieder geval niet geweest te zyn: handhaving van de boycotpositie ook voor l973-'74 en nakomen van landelijke aktieaf spraken. De motieven voor de bezetting waren geheel gelegen in de situatie aan de Vrije Universiteit wat de collegegeldenkwestie betreft op 7 februari, zoals het eisenpakket van de bezetters liet zien. De SRVU erkent achteraf op 7 februari 'onzorgvuldig' gehandeld te hebben; men ging tot bezetting over ten aanzien van punten die eerder niet aangevochten waren (de registratie van tentamen-/ examenstudenten en de budgettaire probleemstelling) en die niet eerst tot onderwerp van gesprek met het universiteitsbestuur waren gemaakt. De SRVU betreurt het achteraf met name dit gesprek op 7 februari niet gezocht te hebben en betreurt het eveneens op die datum niet ernstig andere aktiemogelijkheden dan bezetting te hebben overwogen. Direkt na afloop van' de bezetting heeft de SRVU zich echter moeite gegeven het Landelijk Overleg Grondraden en met name ook de ASVA bezettingsakties te ontraden. Bij de bezetting op 7 februari en de dagen daarna is een situatie van 'ongewenste radicalisering' ontstaan, die thans ook door de SRVU betreurd wordt. 2. In de gesprekken met de SRVU is uitvoerig van gedachten gewisseld over de dubbelrol van deze organisatie; het bleek dat dit punt in de SRVU-kring tot nu toe nauweiyks aandacht had gekregen. Van oudsher is de SRVU een algemeen belangenbehartigende en vertegenwoordigende universitaire studentenorganisatie. Hü is thans echter ook — en naar eigen streven: vooral — politieke studentenvakbond die weliswaar open staat voor iedere student, maar waarvan het politieke programma toch als belangrijkste basis voor ledenwerving geldt. In die tweede rol kwam de SRVU

tegenover het universiteitsbestuur te staan bü de bezetting. Op de eerste rol berust de traditionele relatie tussen het universiteitsbestuur en de SRVU. Tot die relatie behoort het verlenen van huisvestingsfaciliteiten aan de SRVU door het universiteitsbestuur. Een gevolg van deze huisvestingsfaciliteiten is dat de SRVU in een bepaald opzicht afhankelijk is van het universiteitsbestuur. De SRVU-contributie is betrekkelijk laag; verhoging ervan met het doel onafhankelijk te worden zal het voortbestaan van de SRVU naar zijn eigen oordeel ernstig in gevaar brengen. 3. Het probleem voor het universiteitsbestuur is echter dat het door dergelijke faciliteiten te verlenen thans een politieke vakbond steunt en ziJn aktiemogelijkheden vergroot, terwijl die aktie zich ook tegen het universiteitsbestuur kan richten. Merkwaardig is daarbij dat de SRVU in tegenstelling tot een gewone vakbond weinig 'structurele remmen' heeft wat zijn aktiemogelükheden betreft. Staking of bezetting vraagt offers van een gewone vakbond; bezetting van de universiteit kost de SRVU heel weinig en vraagt met name geen offers van de bezetters. Deze sitautie bevordert •onzorgvuldig' liandelen, legt 'ongewenste radicalisering' weinig hindernissen in de weg en brengt bü een ernstig conflict het universiteitsbestuur in een zeer moeilijke positie. De SRVU erkent de juistheid van deze situatieschets, maar tekent

aan dat zijn doelstellingen in dit opzicht waarborgen geven. Daarin wordt namelijk niet alleen het eigen groepsbelang maar ook het ruimere belang van universiteit en maatschappij gehonoreerd. Deze doelstellingen zullen naar de mening van de SRVU de remmen op moeten leveren tegen 'onzorgvuldig' handelen en 'ongewenste radicalisering'. Juist omdat de SRVU vakbond wil zijn, kan hij niet aanvaarden dat zijn vrijheid van aktievoering, eventueel ook door middel van bezetting, wordt beperkt. Om deze reden voelt de SRVU dan ook niets voor een door het College van Bestuur geopperde 'structurele rem 'van de volgende aard: als de Universiteitsraad met tweederde meerderheid eeii bezetting waarvoor de SRVU (mede) verantwoordelijk is, afkeurt, verliest de SRVU zijn faciliteiten. Als de SRVU tot een bezetting zou besluiten, zou hij dan het risico van zo'n besluit van de Universiteitsraad moeten inschatten en zou hij zich met name expliciet rekenschap moeten geven van de opvattingen van andere groepen en geledingen in de universiteit. 4. Tenslotte werd de SRVU een 'minimale' rekening aangeboden van de schade, de universiteit door de bezetting aangedaan, namelijk ƒ 12.168,58 waarvan ƒ 10.440,20 voor overwerkkosten. Bü de bespreking van deze rekening bleek dat de SRVU zich nauwelijks gerealiseerd had hoeveel overlast de bezetting het universitaire personeel had opgeleverd. Het was de SRVU thans echter onmogelük bü te dragen aan de dekking van deze onvoorziene universitaire uitgaven, gezien zqn benarde financiële situatie. Ook in dit opziclat kan de SRVU dus weinig doen aan oplossing van de gestelde problemen.

STEMOPROEP Voor de eerste Keer wordt er tijdens UR-verkiezingen aan de VU niet opgeroepen tot een boycot van de verkiezingen. En terecht: onder de huidige, veranderde omstandigheden is het mogelijk ook binnen de UR een reële bijdrage te leveren aan de behartiging van de belangen van studenten. Voor een goede belangenbehartiging sullen op allerlei punten buiten de universiteitsraad akties en aktiviteiten van studenten nodig blijven, ook om te dienen als basis van het universiteitsraadswerk. De mogelijkheden binnen de UR zijn natuurlijk beperkt. Maar juist daarom is het belangrijk dat veel studenten gaan stemmen: om de mogelijkheden van het raadswerk volledig te benutten is het van groot belang dat in ieder geval de elf zetels voor studenten alle ivorden beset.

Als verdere overwegingen bij het uitbrengen van de stem sou ik de kiezers het volgende mee willen geven: let ook op kriteria als deskundigheid, ervaring, betrokkenheid bij bestaande studentenaktiviteiten en kontakten met bestaande studentenorganisaties, naast natuurlijk de mate van verwantschap met de politieke opstelling van de kandidaten die ieder voor zich moet vaststellen. Na het toepassen van deze kriteria zal waarschijnlijk ook de laatste mogelijke hinderpaal om een stem uit te brengen, het maken van een keue, uit de weg geruimd zijn. Al met al: geen redenen om niet te gaan stemmen, en goede redenen om dat wel te doen! Victor Rutgers voorzitter SRVU

De laatste tien Jaar vindt ook binnen wetenschappeiyke kring een diskussie over centrale probleemgebieden in de ekonomiese theorie plaat«, die steeds meer de fundamenten van de alom geaksepteerde ekonomiese wetenschap raken. Een centrale rol in deze diskussie wordt gespeeld door een steeds grotere groep ekonomen rondom prof. Joan Robinson — 'the grand old lady of economics' — uit Cambridge. Haar publikaties en het geruchtmakende werk van P. Sraffa uit het begin der zestiger jaren vormen een bron van inspiratie voor een toenemende stroom van kritiek. Deze kritiek richt zich met name tegen de aan de universiteiten in het westen overheersende ekonomiese theorie — de neoklassieke theorie — waarvan auteurs als Samuelson. Solow, Arrow e.a. de meest vooraanstaande vertegenwoordigers zün. Ook in ons land gelden een aantal belangi-yke ekonomen als de hoogleraren Delfgaauw, Andriesen, Pen, Hartog. Schouten, Heertje, F. J. de Jong en vele anderen als aanhangers en vertegenwoordigers van deze dominante stroming in het ekonomies denken. In het onderwüs in de ekonomiese theorie nemen hun werken en die van prominente buitenlandse aanhangers van de neo-klassieke theorie een overheersende plaats in. Juist deze situatie maakt dat de diskussie, die de laatste tien jaar op gang is gekomen, van groot belang is óók voor de verdere ontwikkeling van het onderwüs in de ekonomiese theorie.

Kritiek De kritiek van de züde van auteurs als Joan Robinson richt zich in eerste instantie tegen de neo-klassieke opvatting over 'kapitaal', alsmede tegen de theorieën over de verklaring van de interestvoet en de rol die de neoklassleken toeschrüven aan het verschünsel winst en interest. Maar de kritiek hierop impliceert tegelükertüd een kritiek op de neo-klassieke theorie van de inkomstenverdeling en daarmee op de prüstheorie, het fundament van de ekonomiese wetenschap. Het sneeuwbaleffekt houdt hiermee niet op — de neo-klassieke opvatting over kapitaal, de centrale betekenis die aan het verschünsel schaarste toegekend wordt, het begrip 'grensproduktiviteit', dat alles speelt weer een centrale rol in de overheersende theorieën van de Internationale handel (Heckscher-Ohlin e.a.), welvaartstheorie (Samuelson, Scitovsky, Bergson e.a.) en de groeitheorie (Hicks, Solow e.a.). Al deze theorieën stonden overigens .de laatste jaren ook van andere kanten bloot aan ernstige kritiek, waaraan de namen van W. Hofmann, A. Emmanuel, M. Byé, W. Kapp, D. M. Nutl, E. Altvater, E. Mandel en vele anderen verbonden zyn. Dit dan nog afgezien van de stroom van diskussies die ontstaan is rond

de theorieën over de onderontwikkeling en imperialisme. Ook van de zyde van andere wetenschappehjke stromingen neemt de kritiek op de gangbare theorie toe, waarbü vooral fundamentele methodologiese aspekten van het ekonomies denken ter diskussie staan. Hierbü gaat het met name om de vraag of het gerechtvaardigd is het begrippenapparaat van de ekonomiese wetenschap op te bouwen op basis van het gedrag van de individuele mens en om de konsekwenties daarvan. Ook tegen de scherpe scheiding tussen sociologie en ekonomie — die onder meer als belangrük gevolg heeft dat een aantal maatschappehjke vraagstukken niet langer samenhangend of zelfs in het geheel niet meer geanaliseerd kunnen worden — richt zich de kritiek. Het is duideUjk dat al deze diskussies niet uit de lucht zün komen vallen. Zy zün de uitdrukking van de toenemende maatschappeUjke vraagstukken en de sociale tegenstellingen die met name in de westerse landen steeds manifester worden. Waar de oorzaken van loonstrüd en machtskonsentratie, onderontwikkeling en monetaire krisis, inflatie en werkloosheid, miljeuverontreiniging en woningnood steeds duidehjker gezocht moeten worden in het maatschappehjk ekonomies proces, raakt het gangbaar ekonomies denken in diskrediet, daar zü door de keuze van haar uitgangspunten en haar begrippenapparaat zelf zich beroofd heeft van de mogelükheid r.1 deze problemen te analiseren in samenhang met de maatschappijstruktuur. Harmonie en evenwicht, vryheid en konsumenten-

Vervolg

op pag. 3

Samenstelling: Bureau pers en voorlichting, De Boelelaan 1105 (Postbus 7161) Amsterdam, tel. 48 26 71. Kopij, niet bestemd voor de mededelingenrubriek, moet (getypt) ulterlük maandagmorgen om 10 uur binnen zün. Advertenties: J. O. Duyker, Amsterdamseweg 397, Amstelveen. Postbus 228. Tel. 020-43 2613; bgg 43 1810.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 219

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's