GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelearen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelearen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ccxxxv.

GEORGE EGLE.

Het heeft den Heere vaak behaagd het kleine en verachte dezer wereld te verkiezen, (om daarin den menschen zijne eere en macht te toonen, zooals wij in het Oade Testament lezen van vele mannen, die de Heere riep tot het profetische ambt.

Tot deze eenvoudigen heeft ook behoord George Egle, een kleermaker van beroep. Hem toch had de Heere geroepen tot het leeraarsambt. Hem had Hij verwaardigd zijn Evangelie zuiver té verkondigen en voor zijnen naam te sterven. Zijn wercldsche kennis was niet grool, maar met de Heilige. Schriften was hij goed bekend. Gedurende de regeering van den bekenden Engelschen vorst Eduard VI Was hij steeds ijverig in de vervulling zijner bediening, maar evenzeer in die dagen, toen diens opvolgster de kerk van Christis in Engeland dreigde met den ondergang. Hebben toei al vele predikers niet meer durven prediken wat zij in rus iger tijden hadden gepredikt naarden Woorde Gods, George aar^ietde niet. Verscheidene plaatsen bezocht hij ; waar hij wist dat er geloovigen waren, kwam hij, om de bedroefden tj troosten, de' bekommerden te versterken; Nu eens was hij in steden, dan weer op het veld. Ook verbergde hij zich vaak in het diepst van wouden en bosschen als hij bemerkte, dat hij vervolgd werd. Men noemde hem den slooper", omdat hij nu eens her-dan weer derwaarts dwaalde. Dikwijls was hij in de noodzakelijkheid, om des daags te slapen; de nachten bracht hij vaak in gebeden en smeekingen door. Gedurende de drie jaren, dat hij vervolgd werd, dronk hij niets anders dan water. Hierdoor veriwakte hij niet door de genade des Heeren. Nadat hij eenige jaren op deze wijze had gekefd en Christus had gediend, werden hem door eenige mannen van het gerecht lagen gelegd, om hem te vangen. Op verscheidene plaatsen zette men wachten en spionnen uit, ten einde hem in handen te krijgen, hetzij dood, hetzij levend. Gedurende eenigen tijd bleven deze pogingen vruchteloos, want hij, zoowel als andere geloovigen, waren waakzaam en verborgen zich in bosschen, in holen, of op zolders. Eindelijk verscheen een bevel op naam van koningin Marie hetwelk, in vier diocessen, te weten : Essex, Suffolk, Canterbury en Northfolk afgekondigd, behelsde, dat ieder, die George Egle kon grijpen, tweehonderd kronen in eens zou ontvangen en een jaarlijksch pensioen van 60 kronen.

Natuurlijk lachte deze bloedprijs velen toe. Daarvoor trachtten zij op allerlei manier hem te verrassen en zich te verrijken ten koste van den armen Egle. Op zekeren dag zag iemand hem. Dadelijk deelde hij dit aan anderen meê. Toen Egle dit vermoedde, ging hij zoo spoedig hij kon weg. Maar men vervolgde hem. Hij had zich in een klein boschje verscholen, toen men hem zocht. Vandaar begaf hij zich in een gerslenakker en dook daarin onder. Toen zijn vervolgers hem niet konden vinden, gingen zij terug, 1 behalve een, die, slimmer dan de anderen, in een boom klom en daar afwachtte, of hij hem ook zou zien heengaan. George wist dit niet en dacht zich veilig. Hij wierp zich toen op de knieën en hief zijne handen ten hemel, God dankende voor de genadige uitredding, hem geschonken. De spion zag hem daar tusschen de halmen, hoorde het geluid zijner stem en klom zoo stil mogelijk uit den boom. Toen naderde hij hem, greep hem en bracht hem naar Clocester. Hij dacht de groote belooning te ontvangen, maar moest zich tevreden stellen met twee kronen. George werd in de gevangenis van Clocester geworpen tot groote smart van ds gansche kerk. Daarna brachten zijne vijanden hem naar Chelmsford, waar hij zóó wreed werd behandeld, dat hij wekelijks niet meer dan twee pond brood kreeg en een weinig water. Kort daarop werd hij voor den rechter gebracht en beschuldigd van gekwetste majesteit, omdat hij tegen het koninklijk bevel in vergaderingen had gesproken.'Want er was een wet uitgevaardigd, onder vootwendsel van vrees voor opstand en oproer onder het volk, dat, als men met {zes personen samen op een geheime plaats bijeen was, zij van gekwetste majesteit schuldig verklaard zouden worden. George verdedigde zijn zaak zoo, dat men over zijne woorden verbaasd was. Toch werd hij als rebel veroordeeld. Eerst zou hij opgehangen wordenen dan half levend gevierendeeld. Tegelijkertijd werden er eenige dieven en roovers veroordeeld, om met George hun doodvonnis te ondergaan.

De martelaar vermaande hen met het oog op de straf, die hen wachtte. Een hunner stak den drsak met de vermaningen van dezeö'matt en riep: SrBehceven wij nog te twijfelen, of wij regelrecht naar den hemel gaan, daar wij dezen heihge, die ons voorgaat om plaats te bereiden, tot gids hebben!" George bestrafte dezen man, alsmede een der veroordeelden, die berouw gevoelde over zijne misdaad en den Heere Christus om genade smeekte. Doch zijn metgezel ging voort van kwaad tot erger. Eindelijk kwamen zij aan de galg. George werd naar een andere plaats afzonderlijk gebracht.

Wat de beide roovers aangaat, hij die den ander had vermaand, klom op den ladder en sprak het volk toe. Toen beval hij zijne ziel Gode aan en stierf. De ander wilde zich ook tot het volk richten, maar kon geen woord uiten. De rechter beval hem een Paternoster (Onze Vader) op te zeggen, maar ook toen weigerde zijn tong hem haren dienst. Zélfs toen men het hem woord voor woord voorzeide, kon hij het niet nazeggen. Allen, die hiervan getuigen waren, stonden ontzet, en sommigen zagen hierin een gerechte straf Gods.

Intusschen had ook George zijn vonnis ondergaan. Eerst werd hij half geworgd en toen gevierendeeld. Hij bleef onder deze pijnigingen standvastig, totdat de beul hem het hart uit het lijf gehaald had. Toen stierf hij. Zijn hoofd werd te Clocester op een hoogen staak gezet; de overige deelen werden te Ipswich, Harwich, Chelmsfordt en Saint Osyth tentoongesteld. Zoo stierf de martelaar als een verachte der wereld, maar tevens als een gezegende des Heeren.]

DE GAAY FORTMAN,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 maart 1897

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelearen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 maart 1897

De Heraut | 4 Pagina's