GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN ZEILTOCHTJE.

O koninklijke stam van Arragon die Kleven En al 't Westfaalsche land, nu laatstmaal hebt doen beven, En 't water daar den Rijn, zijn eerste hoornen staan, Hoe haast is uwe pracht, Mendoza, nu vergaan! In onzes vorst's triomf werdt gij geleid, gevangen. De wagen die u voert, is met een zeil behangen, En hadt gij zulken een gehad op 't Vlaamsche strand Gij waart misschien ontvloon des overwinnaars hand.

Deze versregels zijn van onzen geleerden landgenoot Hugo de Groot, die vóór twee eeuwen leefde, en zoowel staatsman als schrijver en dichter was. Om ze recht te begrijpen is 't niet onnoodig te lezen wat hier volgt.

Op Zondag den isten Juli van 't jaar 1600, had prins Maurits de overwinning bevochten op de Spanjaarden bij de stad Nieuwpoort, op de kust van West-Vlaanderen. Onder deSpaansche gevangenen bevond zich ook een hunner veldheeren, Mendoza, de amirant van Arragon, die vroeger den oorlog gevoerd had in Westfalen en het Kleefsche land, en die nu mee werd gevoerd naar ons land.

Nu leefde er destijds in ons vaderland een zeer bekwaam man, Simon Stevin geheeten. Hij was een Vlaming uit Brugge, maar was naar de noordelijke Nederland? n gegaan, en stond daar in hooge achting bij prins Maurits. Het

schijnt — want van zijn leven is weinig met zekerheid bekend — dat Stevin ook leermeester van den prins is geweest. Hij was een groot beoefenaar van de wiskunde, waar Maurits ook zeer veel van hield. Stevin kreeg van den laatsten een hoogen post bij den waterstaat en het toezicht op de dijken. Zijn wetenschappe lijke onderzoekingen zijn nu nog van groot nut, £n als het juist is, dat hij ook de tiendeelige breuken in gebruik gebracht heeft, mogen alle schoolkinderen en alle rekenaars hem wel dankbaar zijn. Wat.was het een gecijfervroeger met munt en maat, vergeleken bij thans, nu dat al tiendeelig is ingericht!

Simon Stevin was ook heel knap in de werktuigkunde, ja in nog meer. Zoo kwam hij op de gedachte een voertuig te vervaardigen, dat om zoo te zeggen zeilschip en wagen tegelijk was. Men bad toen nog niet geleerd de krachten van stoom of van electriciteit te gebruiken: schuiten en molens werden door dieren of wel door menschen in beweging gebracht, zooals b.v. de trekschuit en de treemolen. Maar als het even kon, gebruikte men de kracht van den wind, die de molenwieken deed draaien en de zware schepen vooruit dreef.

Nu dacht Stevin, als de wind een molen en een schip kan bewegen, dan ook wel een wagen, als ik maar zeil aanbreng. Zoo maakte hij dan een plan voor zoo'n toestel en liet dat ontwerp aan prins Maurits zien. Deze vond er veel genoegen in, en besloot de proef op de som te nemen, door zulk een zeilwagen te laten vervaardigen. Dat kostte natuurlijk veel, maar zijn Prinselijke Hoogheid kon het beter missen dan Stevin.

Gij ziet wel, vrienden, dat het oudtijds al net ging als nu, en de menschen steeds wat nieuws en beters zoeken. Tegenwoordig is graaf Zeppelin de man, die de scheepvaart in de lucht heeft overgebracht, met zijn zweeftoestel. Wellicht gaan over vijftig jaar de jongens als 't vacantie if, in een lucht schip naar buiten bij oom of tante, en dalen uit de hoogte op het huis neder. Net zoo wonderlijk als voor ons Zeppelin's luchtschip is, was voor Stevin's tijdgenooten de zeilwagen.

(Slot volgt).

ALTIJD BIJ MIJ.

In oude tijden voer eens een wijs man over zee, met vele anderen. Het schip werd door een storm beloopen en dreigde te vergaan.

Nu geraikten velen in grooten angst en grepen in haast zooveel van hun geld en kostbaarheden als zij konden, om te trachten daarmee op een plank of al zwemmende het land te bereiken, als het schip straks werd uiteengeslagen.

Alleen de wijze deed niet alzoo. Hij haastte zich niet iets bij zich te steken, maar wachtte af of er gelegenheid zou zijn ter ontkoming.

„Neemt gij niets mee? " vroeg men hem. „Tracht althacs wat van het uwe te redden.”

„Och, " antwoordde hij, op zijn hoofd wijzende, al wat ik heb dat waarde heeft, zit bier. Ik draag bet bij mij en winden noch golven kunnen het mij rooven.”

Een Christen, die den Heere Jezus kent, is eenigszins aan dezen wijze gelijk. Hij draagt zijn schat, het eeuwige leven, bij zich, in zijn hart, en dien schat, door de genade Gods hem verworven, kan niets hem rooven, niets ter wereld.

CORRESPONDENTIE.

J. V. te A. Het zou wel goed zijn, wat nauwkeuriger opgave te doen. „Ergens in bet Oude Testament" is een min gewenschte aanduiding. „Giedion" komt in heel den Bijbel niet voor; wel Gideon, maar als persoons-, niet als plaatsnaam.

Wat nu de zaak zelf betreft, als men bedenkt dat ook wij zeggen: de zon gaat op of onder, al weten we dat niet de zon maar de aarde de wisseling van dag en nacht veroorzaakt zal duidelijk zijn, dat men ook oudtijds zoo sprak, toen men bovendien — net als wij bij het spreken — afging op hetgeen men zag, en zoo scheen te zijn.

Verdere vragers krijgen, zoodra het kan, hun beurt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 januari 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 januari 1909

De Heraut | 4 Pagina's