Helpende handen - pagina 80
Vu-plan 1937 en Vrouwen Vu-Hulp in de jaren 1932-1997
N A - O O R L O G S E B L O E I . DE J A R E N
78
I945-I960
september 1954, 'om bij visite nog eens de aandacht te vestigen op het rijke bezit, dat we in de v u hebben'. Het resultaat van beide akties stelde niet teleur. Terwijl de gewone inkomsten uit de busjes bleven stijgen werd daarnaast een bedrag van ƒ 8 8 . 7 0 1 , 6 7 ingezameld, dat op 19 oktober 1955 in de RAI als jubileumgift van Vrouwen-vu-Hulp werd aangeboden. Volgens het verslag dat vu-historicus dr. J. Roelink van deze bijeenkomst gaf in Helpende Handen van december 1955, was het bedrag gedeponeerd in het bekende vu-busje: 'En voor deze gelegenheid worden de rollen dan eens omgedraaid: president-directeur dr. J. Schouten wordt benoemd tot tijdelijk wijkhoofd en nu is het eens geen vrouw, die 't busje moet ledigen.' Eerder in de bijeenkomst had de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. J.M. L.Th. Cals, voor groot enthousiasme gezorgd met zijn bekendmaking dat mevrouw Verdam was benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau, een onderscheiding waarmee volgens de minister 'al de vrouwen werden geëerd, die met kleine gaven in het vu-busje een groot werk steunen'. Blijkbaar voelde de vvH-leiding de behoefte dit laatste aspekt nog eens te benadrukken, want Helpende Handen van december 1955 bevatte niet alleen een verslag van de jubileumfeesten ('dagen van dank en jubel'), maar ook een reportage waarin uitvoerig aandacht werd geschonken aan het 'gewone werk' dat door de duizenden hoofden en helpsters van Vrouwen vu-Hulp werd verricht. Onder de typerende titel 'Vrouwenhanden, vrouwenharten' bracht Roehnk verslag uit van een 'Vrouwen-vu-kruistocht' die hij per auto door het land had gemaakt. In gesprekken met vvH-medewerksters in Veendam, Emmen, Enumatil en Vroomshoop raakte hij onder de indruk van de toewijding en trouw van 'onze vrouwen'. Aan één van hen legde Roelink de vraag voor: 'Waarom is toch juist de medische faculteit het troetelkind der vrouwen?' Het antwoord luidde: 'Zelf heb ik altijd een christen-arts gehad. En in de bezettingstijd, toen ik het heel moeilijk had en bij m'n dokter kwam, kreeg ik een heel wonderlijk recept: hij schreef me voor, de Navolging van Christus maar eens goed te lezen. Nooit ben ik voor een recept zo dankbaar geweest. Het was in dat g e v a l - i k weet best, dat het een uitzondering i s - d e juiste remedie. Toen wist ik te stelliger: onze gezinnen moeten christen-artsen hebben.'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999
Historische Reeks | 164 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999
Historische Reeks | 164 Pagina's